Onze eeredienst - pagina 13
HERLEVING VAN LITURGISCH BESEF. toe, dat het volle gebruik van het Doopsformulier kenmerk werd, waaraan ge den werkelijk orthodoxen predikant kondt onderkennen. Ook schrijver dezes heeft deze wisseling meê doorleefd.
derwijze
Toen
hij
1863
in
als
doen, dan het voorbeeld
predikant optrad, wist zijner
oudere collega's
hij
te
nog
niet beter te
volgen, en vóór zijn
met blauw potlood in het Doopsformulier allerlei schrappen, en op allerlei punten den tekst gansch
eerste Doopsbediening,
door
passages
willekeurig
te
veranderen.
te
Dit deed een ieder in die dagen, en ook Eerst de studie, die
van
Moü
juist
hij
over de Liturgie had
Door
Dr.
in
volgde den stroom. in
de Kerkgeschiedenis hem het onge-
te schrijven, ontdekte
oorloofde van zulk grillig bedrijf, en
Kohlbrügge
hij
voor eenige hoofdstukken
bewoog hem,
reeds eer
hij
met Dr.
aanraking kwam, het Doopsformulier voortaan voluit te lezen.
Kohlbrügge
in
zijn
overtuiging gesterkt, heeft
hij
toen in
kring het voluit lezen van het Doopsformulier bevorderd, eerst
allerlei
Zondagsblad van de Standaard, en later door in de nieuwe Heraut, aldoor het onverminkt gebruik van het Doopsformulier als stelligen liturgischen eisch aan de kerken op het hart te binden. En thans, nu de vorige eeuw ten einde liep, mag met zeker gevoel van dankbaarheid geconstateerd worden, dat althans in de opnieuw „geredoor
de vroegere Heraut, toen door
in
in het
formeerde" kerken, aan vroegere willekeur paal en perk is gesteld, en het aflezen van het geheele, onverkorte en onveranderde Formulier om den heiligen Doop regel
is
Op
te
bedienen, zoogoed als feitelijk algemeen geldende
geworden.
deze
korte historie moest in de eerste plaats hier de aandacht
gevestigd worden, omdat metterdaad de weeropleving van de liturgische gein onze kerken van het gebruik van het Doopsformulier is uitgegaan. Duizenden bij duizenden die op elk ander punt van den Eeredienst nog voor elk liturgisch gevoel stomp zijn, hebben in de zaak van den heiligen Doop gevoeld, dat de kerk als kerk rechten had, waaraan de Dienaar des Woords zich niet mocht vergrijpen. En al is hiermee het liturgisch pleit nog volstrekt niet gewonnen, er is hier mee dan toch een uitgangspunt gegeven, van waaruit de weeroptrekking van het liturgisch gebouw kan ondernomen worden.
dachte
nog onontwikkelde, maar toch diep gewortelde besef der ouders, dat bij den Doop van hun kind de Dienaar geen vrij man was, om te doen wat hem geviel, maar dat hij bij dat Sacrament hun recht en dat van hun kind te eerbiedigen had, ligt het eenig juiste Juist toch in dit
beginsel, waaruit alle Liturgie opkomt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1911
Abraham Kuyper Collection | 568 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1911
Abraham Kuyper Collection | 568 Pagina's