Heilige orde - pagina 13
rede in den bond van antirevolutionaire kiesvereenigingen te Amsterdam gehouden op 30 mei 1913
HEILIGE ORDE.
een stokje dat knakt en, dat ge, door
is
11
uw
levend stekje hadt aangezien. Van Rechts
tweede
haar
wetten
Sociale
dozijn
van
en
editie,
een wet zoo ergerlijk reeds in
;
in
anders
niet
absoluut Rijksmonoik toentertijd
reeds
opkwam, en waarover nu dan toch van alle de Kamer 't krasse oordeel uitging, dat ze gansch
onnoodig het particuliere en
zijn
een monopolie, waar
;
tegen
alle kracht
partijen
reeds een half
door, v/aar Links nog altoos met zijn
er
haar geboorte verwrongen, dat Dr. Lely
met
de Arbeidswet, zelfs in
kwamen nu
Rechts
ééne Ongevallenwet tegenover staat
polie wel moest loslaten
is
begluurd, voor een
bril
staat
't
Zoo M.
had vermoord.
initiatief
met dat veel-doen
in
Sociale
't
H.,
de
bij
Liberale kabinetten en met het beweerde niets-doen van ons.
En nu de tweede hoofdtaak van van
Vaderland
't
dan geef
in
we dan nu
zijn
de defensie
waar Links,
toch, dat
als
buitenland, voelt, hoe Nederland weer,
't
moest, van zich af zou kunnen bijten, zóó zelfs dat
't
o,
zadel zat, steeds vloot en leger onder de voet reed, thans
't
ieder kenner, hier en in als
dit Ministerie,
Koloniën, en als ge daarop komt,
zijn
dat het Kabinet eerst te zeer ventre a terre uit-
ik toe,
Maar zoover
reed. 't
en
't
officiers-
korps, dat eerst meest Links trok, thans in Rechts-houden heil zoekt.
En
dan nóg tegengeprutteld wordt, dat
als er
Colijn allicht
vrij uit
President juist nog
dit
dan Talma en
doet gaan, maar dat hun glorie onzen Minister-
te
meer naar achteren
dan vraag
schuift,
toch, of een Grondwetsrevisie in gereedheid brengen, niet als
droppelen waters
gelijkt
op
't
ik
u
twee
ontwerpen van een reusachtig bouw-
En wat zou u dan wel van den opperman dunken, die, ombouwheer zelf geen steenen op zijn nek de ladder en geen
plan.
dat zijn
om
van
me dood werken, maar
zelf
kalkbak de stellage opdroeg, de simpele onnoozelheid had, dien bouwheer
doet
hij
niets".
te
zeggen
Neen, M.
:
H.,
„Mij laat
ook
steeds alles botertje tot op den
komt
hij
ik zal niet
zeggen dat 't bij Heemskerk
bodem was, maar
Zijn ingediende Grondwetsrevisie
:
is
ministerieele professie, en ik haast mij er
onze Kabinetsformateur daarbij,
in heel
eere wien eere toe-
een meesterstuk van
bij te
voegen, wat bleef
den opzet van
zijn
bouw,
niet
trouw aan de Antirevolutionaire grondlijn ? En merkt ge hiertegen op, dat 't
ik,
gezien eigen vroegere critiek, dan nu
Kabinet toch overdrijf,
den
:
laat mij
in
mijn hulde aan
dan met den Prediker u antwoor-
„Alles heeft zijn bestemden tijd".
Er
is
een
tijd
voor
't
skal-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1913
Abraham Kuyper Collection | 38 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1913
Abraham Kuyper Collection | 38 Pagina's