Zions roem en sterkte - pagina 323

VAN DE POLITIEKE OVERHEID.

315

waardigheid en achtbaarheid bij ons af; en zoo het zulke vergrijpen en inhangende gebreken zijn, die ons schijnen de gansche Christenheid in hem weg te nemen, zoo schijnt zulk een man bij ons als „ONTGODET" te worden, en zijn autoriteit bijna gansch kwijt raken; een zeker teeken van een verstand- en oordeelloozen slaap, en dat men deze zaak maar bot opvat, gelijk natuurlijke droomen van onbandigheid mede te brengen daar men met een wakker hart moest onderscheid leeren maken, tusschen den grond van dien man (overheid zijnde), zijne zaligheid en onze achting van hem als zoodanig, en tusschen den grond van zijne heerschappij en heerlijkheid over de menschen en onze achting als zoodanig; de eerste is Jezus in het hart, en de deugdzaamheid daarop en-uit de tweede is Gods ordinantie, en alzoo moeten en kunnen onze oordeelen en achting onderscheiden zijn; in dier voege, dat ik te gelijk dengene, welken ik, naar den eersten grond ondeugdzaam zijnde, veracht, Ps. 15 1, denzelfde (zeg ik) naar den tweeden grond, hoog en heerlijk acht, als van den Heere over mij ten heerscher en gebieder gesteld die ook GODEN, om Gods kinderen, genaamd worden, Exod. 22 28. Psalm 82: 6. Ik wil niet ontkennen, dat deze dwaling zeer veroorzaakt wordt door onvoorzichtige stellingen van sommigen die de overheden der Christenen, zelve Christenen zijnde, als zoodanig eene bijzondere achtbaarheid toedichten, welke rijzen of dalen zou met hun christelijkheid maar ook de voorgangers en volgers dezer stelling missen alles te zamen hierin nauwkeurig oordeel en onderscheid. Ofschoon ik onderwijl niet ontken, dat een deugdzaam magistraat duizendmaal achtbaarder is dan een ondeugdzaam, zoo stel ik ook vast, dat die goddelijke achtbaarheid, zijn

;

;

:

;

:

;

hem

als overheid toekomt, aan geen deugd of ondeugd, noch menschen achting hangt, gemerkt die op Gods ordinantie staande, alleen te hoog en van geen hoedanigheden der menschen

die

des

raakbaar

is.

Nu

dat de slaperigen dit onderscheid verzuimen, en

de oogen bestreken zijnde met den ophef van christelijke deugdzame overheid, als zij die christelijkheid en deugdzaamheid niet vinden, dan aan het verwerpen van de heerschappijen, en lasteren de heerlijkheden al aan, is Judas zeggen, en leert de bevinding dagelijks en dies hebben wij niet te twijfelen of wij ook, in het midden van het licht des Evangelies, in eenen diepen slaap geraakt zijn. Dus redeneert de man, als hij spreekt van de slaapziekte van Nederland. Zie BOGAARTS Laatste Uren, bladz. 140—142. Vraag. Wat moet een Christen uitlokken tot gehoorzaam;

•

.

.

heid aan zijne overheid ? Antw. 1. Het goddelijk bevel, 1 Petr. 2 Zijt alle 13. Exod. menschelijke ordening onderdanig, om des Heeren wil 22 28. Den goden zult gij niet vloeken. Rom. 13 7. Geeft Geeft den vreeze dien gij vreeze; schuldig zijt Matth. 22 21. keizer dat des keizers is. 2. De voorbeelden der ouden Jozefs broederen bogen zich voor hem met het aangezicht ter aarde, Gen. 42 Zoo ook 6. Nathan, voor het aangezicht van David, 1 Kon. 1 Het volk 23, Van de zeide tot Rehabeam, wij zullen u dienen, 1 Kon. 12 4. eerste Christenen luidt het verhaal van Augustinus aldus: Julianus :

;

:

:

:

;

:

:

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen