Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 33

DE SCHRIFT TEN DEELE.

IN

raden tusschen

van

optreden

rechtsgenieën,

nemen kunnen, dan

redding,

aan het

dit alles

bi]

op zeldzaam gelukkige wijze het

die

Gods

grijpen, vatten en in zich

in

op-

het te verstaan, hoe er rechtsgeleerden te over

is

God als de God zeer

uit

alle recht toekomt, en toegeven, dat diezelfde

van

zeker ook

men nu

volmondig erkennen, dat het recht ons

wel

die

Fontein

Gelooft

en roeping.

lot

zich openbarende recht

alles

zijn,

samenhang ver-

zeer uiteenloopende uitkomsten, die zekeren

durig op

dit

25

bij

de verdonkering van het recht

heeft doen

aan de intreding

uitstralen

;

zijn

hooger

maar die niettemin

licht,

beslist

ons

ter

weigeren

van het wonder of aan rechtstreeksche mede-

hierbij

deeling of aankondiging te gelooven.

Formeel

de

staan

Zakelijk

standpunt,

hun

als

toch

geleerden

belijden

hier

zij

dan

bedoeld,

geloovende

niet

ook op hetzelfde

geestverwanten.

Niet formeel.

de Majesteit Gods ook op het terrein van

het recht, terwijl de niet geloovende geleerden hiertoe ongezind blijven,

weigeren,

en

laten,

ook

al

deze inspiratie

een

andere

dan

verklaring

den mensch

uit

moeten ze ons op de vraag, vanwaar dan dit besef en in den mensch opkomen, het antwoord schuldig blijven.

Voor ons maakt

geen

echter

dit

reeds half opgetrokken gebouw

Een afbouwen van een

verschil.

in gelijken

stijl

kan voor ons

zelfde zijn, als het eerst herstellen van een half ingestort

het

eerst

zelf toe te

daarna

te

We

voltooien.

kunnen daarom

niet het-

gebouw,

niet aflaten

om van

onze grondstelling, dat een zoowel essentieele, als intellectueele degradatie en degeneratie van onze menschelijke natuur niet door een gewoon voortgroeien,

maar alleen door medicatie en operatie

te herstellen is.

De wedergeboorte van een iegelijk persoonlijk, en de Vleeschwording van den Zone Gods voor geheel ons geslacht, saamgevoegd met profetie

en

rechtstreeksche

onmisbare

de

extra-ordinaire

het recht, gelijk dit in

§

10.

Toch

God

is

en blijven daarom voor ons

zijn

gegevens, die ons

en

uit

God

tot

de kennisse van

over ons komt, leiden kan.

In de Schrift ten deele.

vergist

op

zich ten eenenmale wie,

sende, zich inbeeldt, dat te

openbaring

we

derhalve,

om

dit

tot

standpunt zich plaat-

de kennisse van het recht

geraken, niet anders hebben te doen, dan de Heilige Schrift op te

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen