Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 429
met nadere toelichting op Ons program. Eerste deel. De beginselen.
DE OPSTANDING. zichtig
En zoo
te zijn.
verstaat
men
421
meer dan één
het dan ook, dat
Staatsgeleerde zich als Staatsman of als Staatsmacht-drager, op het vage
standpunt
men
wijl
om
stelt,
zoo,
en niet anders, over de Kerk
haar niet tegelijk in haar
ter
erkennen kan.
te
niet
gedaan
Doch dan
is
eeuwig en
ook, gelijk
in
oordeelen,
te
haar kosmisch karak-
we opmerkten,
het Pascha
de loochening van de opstanding der dooden als
en
uitgangspunt gekozen.
De
tusschen het geestelijke en
afscheiding
physieke en psychische, tusschen het
tijdelijke
tusschen het
stoffelijke,
en eeuwige, wordt dan
Met de toekomst van het geestelijke, van het psychische en eeuwige moge de Kerk zich dan inlaten, maar de Staat doet dit niet en kan dit niet doen, want er is geen opstanding uit de dooden, en er is alzoo ook geen nieuwe aarde, die onder den nieuwen hemel Dit zijn dan alles fantasieën. Ten deele vol bekoring in schitteren zal. genomen.
volstrekt
hooge poezië, maar een poezië waarmee de practische staatsman niets De geloovigen sterven immers met de ongeloovigen. uitstaande heeft.
Ook hun
fantasieën gaan in het graf met hen ten onder
verdampt ze den dood
is
in het
Crematorium met hun
alzoo ganschelijk niet
hier voor ons
waarneembaar
't
water of ook
Kerk
zal
in het
dichterlijke beelden
Gaat vroeg
na
iets
of laat
houdt zich de
deze aarde
vuur ten onder, goed, maar dan
is
't
te niet
ook
en
uit.
in
De
daar even machteloos tegenover gesteld wezen, als de Staat. Alle
zelfinbeelding van de Kerk, alsof rijk
Met
tot asch.
lijk
ook men
rekenen. Realiteit bezit alleen, wat
te
Met
is.
practische staatsman niet op.
of
;
zij
in
een grijpbare toekomst een over-
bestaan zou vinden, of reeds in deze bedeeling zich op aarde
vorm van aanzijn zou kunnen opheffen,
hoogeren
geestelijke zelfverdwazing.
Bioscopisch moge
men
is
tot
een
de pretentie der
zich zulk een toe-
kunnen tooveren, maar daadwerkelijk is de realiDe dooden staan niet op, seering ervan een volstrekte ongerijmdheid. Niemand, die stierf, ontvangt althans niet in lichamelijke gestalte. een nieuw lichaam. Evenmin is er sprake van een vernieuwing van komst voor oogen
deze dat
aarde.
In
heel het bestaan der Kerk
met zulk een product der
zou kunnen hebben. bezig
te
fantasie
is
niet één enkel element,
ook maar eenige gemeenschap
Vindt de Kerk goed, zich met zulke phantasieën
houden, men kan haar laten begaan.
De
Staat kan aan geen
poëet het zich verlustigen in poëzie en droomen verbieden, maar ver-
meet
zich,
welke Kerk ook,
om
de grootsche gedachte, die
in
de op-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916
Abraham Kuyper Collection | 736 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916
Abraham Kuyper Collection | 736 Pagina's