Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 312
290
DR.
KUYPER ALS REFORMATOR DER KERK.
van geheel andere overtuigingen
in
U om
historie heeft er toe geleid dat Gij als
den
wij;
Synode, en
en de loop der
wij, als
Kerkeraad,
door die geheel uiteenloopende inzichten over goddelijke en menschelijke
dingen met elkander
Van
het protest der Classis
in ambtelijke
botsing zouden
komen
"
Amsterdam in 1816 af, kwam in de zaak Kohlbrügge, van Budding, van van Witteveen, en later in de quaestie van
der Afscheiding, in die van
Ledeboe r,
Meyboom
en anderen en voorts in de geschillen over de Doops-
formule, over Art. XI, over de Opstanding des Heeren, over het
Godsdienstonderwijs, over de Proponentsformule, enz., steeds aan
de orde:
eenerzijds de poging
om
het historisch karakter onzer
Kerken te redden, en anderzijds de toeleg om voor den invloed der moderne gedachtenwereld onze kerkdeuren nog ruimer open te zetten. De Synode mocht niet voorbij zien, dat men als Christelijke
dragers van twee elkander uitsluitende levensbeginselen
man
tegen
man stond. Na uitgesproken te hebben dat hetgeen de Gereformeerde Vaderen beleden, nog door de geschorsten beleden wordt, weerklinkt het protest tegen de Synodale hiërarchische organisatie, tegen het bekennen van het beslissingsrecht aan de menschelijke rede en tegen het bestendigen van Leervrijheid. Ook wordt aangetoond, dat de
weg om
niet te
veroordeelen openstond. In geen enkel reglements-
gelegde misdrijf genoemd. Door de vingers van allerhande overtreding gold bovendien als regel, gestreng optreden en stipt de hand houden aan volkomen duidelijke artikelen werd uitzondering. Zelf handhaafde de Synode de leer niet, al was artikel is het ten laste
zien
zij
er volgens art.
XI toe gehouden. Daarbij ging men
bij
elk rechts-
geding waarin de geestverwanten der Synode gewikkeld werden, steeds uit den
weg voor den beklaagde uit eerbied voor zijn overvan Gods persoonlijk bestaan. Kon men
tuiging, zelfs bij loochening dit
ook
niet
doen voor hen
die uit innige overtuiging zich ontwikkel-
den in de richting van Marnix, van Trigland en Voetius, van Smytegeld en Comrie? Ook wordt aangetoond, dat de Synode niet mocht veroordeelen. Immers door een veroordeelend vonnis zouden de Kerken, die vreedzaam uit elkander konden gaan, vaneen worden gescheurd met al de droeve gevolgen daaraan verbonden. Dan werd ook al het goed onzer Kerken eenzijdig in de handen van die klasse der maatschappij gespeeld, die het mildst met de goederen dezer aarde
is
bedeeld.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's
![Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 312](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/leven-en-arbeid-van-dr-a-kuyper/1919/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's