Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 245
DR.
KUYPER ALS GELEERDE.
223
Schriftcritiek" in hare bedenkelijke streklcing voor de
gemeente des levenden Gods", waarin betoogd wordt, hoe die critiek moet uitloopen op een doodbloeden der Theologie; niet kan doorgaan zonder aan de gemeente haar Heilige Schrift te ontrooven en eindigen zal met haar weerloos over te leveren in de armen van het ondraaglijkst, wijl intellectueel, clericalisme.
K u y p e r bij diezelfde gelegenheid een rede over „Het Calvinisme en de kunst", waarin het vooroordeel, als
In 1888 sprak Dr. uit
ware Gereformeerde
zin,
en zin voor de kunst elkaar volstrekt
uit-
wordt en waarvan de slotsom luidt: „En dan alleen zal in de eeuw, die straks wordt ingeluid, ons Calvinisme weer zijn volle bekoring oefenen, als het wat waar en goed en schoon is in één gouden snoer saamrijgend niet enkel dogmatisch in het doen schitteren der waarheid, en niet alleen practisch in het doen blinken van gerechtigheid, maar ook weer aesthetisch in het sluitende begrippen, bestreden
— —
schoon, dat geest en stof doortintelt, de Goddelijkheid van onzen
God
verheerlijkt."
Vier jaar later werd de machtige rede over de „Verflauwing der grenzen" tegen den moordenden invloed van het Pantheïsme gehou-
Deze sloeg zoo
den.
dat jaren achtereen in Gereformeerde kringen verschijnselen die op inzinking en afwijking van het Gereformeerd beginsel wezen als „verflauwing der grenzen" werden aangein,
duid. Bij zijn laatste rectorale oratie in 1899 achtte Dr. zijn te
roeping tegen nog doodelijker gevaar, dat
in
Kuyp
e r het
de Evolutie schuilt
waarschuwen. Deze rede spant de kroon. Daarom willen we er uit overnemen.
eenige denkbeelden
In gespierde taal wordt in het begin der oratie aangetoond hoe de nog nawerkende Christelijke denkkracht in de intelligentie der 19de eeuw spoorslags te loor ging, en dat de hypnose der Evolutie-
theorie daaraan schuld heeft.
Legde tot dusver, zoo luidt het verder, de zich van Christus afkeerende wetenschap met voorliefde de hand
op het empirisch-waarneembare, om het mystiek-ongrijpbare aan religie en mystiek over te laten, in het laatste vierde der 19de eeuw sloeg ten deze de wind om. Het Evolutie-dogma trad op met de pretentie,
van door
zijn eersten
zijn
monistische mechaniek, heel den Kosmos, tot in
oorsprong
te verklaren.
gers der Evolutie beleden
is
Het beginsel, door de aanhan-
absoluut. Niet alleen alle natuurkundige
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's