GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Met twee maten?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Met twee maten?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 19 Juni 1896.

Door een drietal bladen is de opmerking gemaakt, dat wij in zake de Enquête van Seinpost en het Bedumsche Bezwaarschrift met twee maten zouden meten.

Het feit is, dat zij die dit voorwenden, zelven wegen met - ^valsche weegsteenen" en de ware toedracht der zaken verkeerd voorstellen.

Wat toch zijn de feiten?

Vooreerst is reeds sinds anderhalf jaar openlijk in ons blad een Bezwaarschrift ais nu inkwam, eer uitgelokt, dan tegengehouden.

Van meet af, zoodra er sprake van kwam, hebben wij niet alleen het recht, maar c. q. zelfs den plicht, om zulke bezwaren aanhangig te maken, niet zonder zekere warmte bepleit.

Toen dan ook zulk een Besivaarschrift verscheen, is er onzerzijds niet met één enkel woord bedenking geopperd tegen »gemis aan teederheid voor God" en zooveel meer, als men aan de heeren Langhout c. s. in zake de Enquête dorst verwijten, noch ook een enkele poging aangewend, om de klagers over hun optreden hard te vallen.

Op hun tweede schrijven, ja, daar veroorloofden we ons een eenigszins scherpe critiek op. Maar dit raakte het Bezwaarschrift niet. Van ons te vergen, dat wij een manifest tegen otis, waarin niet, gelijk vaste regel is, de Redacteur, maar het publiek wordt toegesproken, in onze eigen kolommen zouden opnemen, om > Mijnheer" als »onbeleefd" op de kaak te stellen — ja, dat liep al te mal. Dat overschreed alle grenzen van het betamelijke.

Dat mochten en moesten we hekelen; maar dat heeft met het meteti met tiuee maten dan ook niets hoegenaamd uitstaande.

Dat »meten met twee maten" wordt uitsluitend daarin gezocht, dat wij aan de Ouderlingen en Diakenen der kerk van Bedum de bekwaamheid betwist hebben om een werk als de Encyclopaedie, te lezen, te verstaan en te beoordeelen, onderwijl wij voor de leden der Enquête-commissie het recht gehandhaafd hebben, om over de beteekenis van Art. 3 der Statuten, in verband met uitlatingen van Prof. De Savornin Lohman te adviseeren.

Dit noemt men »meten met twee maten", alsof men zeggen wil: Betwist gij aan de Ouderlingen en Diakenen van Bedum het recht om over de Encyclopaedie te oordeelen, dan moest ge ook tegenover de Enquête-commissie hebben gestaan.

Nu ge daarentegen het recht tot oordeelen voor de Enquête-commissie gehandhaafd hebt, mistet ge ook het recht, om aan de Ouderlingen en Diakenen van Bedum bevoegdheid tot beoordeeling der Encyclopaedie te ontzeggen.

Ware dit nu enkel uitgesproken door onkundigen, die het hemelsbreed verschil tusschen heide gevallen niet kunnen inzien, dan zouden we hiertoe het zwijgen doen. Maar dit is niet het^geval.

Die grief is ook uitgesproken" door een man die beter kon weten. En daarom alleen komen we op de zaak terug.

Staan de gevallen gelijk r Ziedaar de vraag waarop alles hier aankomt.

En dan beginnen we met de herinnering, dat de bekwaamheid tot oordeelen ten deze niet betwist is voor zooveel het de stukken der belijdenis of de verklaring der Heüige Schrift betrof, maar dat we, de bevoegdheid van Bedums Ouderlingen en Diakenen, op deze punten volmondig erkennende, uitsluitend bezwaar opperdeu tegen hun pretentie als konden zij de Encyclopaedie beoordeelen.

De vergelijking zou derhalve, wat de stoffe aangaat, dan alleen opgaan, indien in zake de Enquête niet alleen sprake ware geweest van de Statuten der Vereeniging en zekere uitlatingen ia verband hiermede van Prof. Lohman, maar indien ook in quaestie ware gekomen een wetenschappelijke arbeid van den heer Lohman, die wat geaardheid en natuur betrof, met de Encyclopaedie op één lijn stond.

Nu is de aard en natuur van zulk een Encyclopaedie, dat zij niet alleen een zuiver wetenschappelijk en geleerd werk is, maar dat zij onder allen wetenschappelijken ea geleerden arbeid de hoogste inspanning van het denken, de meeste voorbereiding en de uitgebreidste kennis van heel het vak eischt. Leest men nu wat de klagers tegen Seinpost inbrachten, en wat ÓLZ Enquête-commissie ten beste gaf, dan blijkt hieruit, dat er noch in die klacht noch in dat Rapport van zoodanig werk van Prof. Lohman ook maar met één woord sprake is.

De klacht op Seinpost rustte uitsluitend op wat Prof. Lohman gesproken of geschreven had in redevoeringen of artikelen, die bestemd waren voor het groote publiek, en niet op één enkel, in engen zin, wetenschappelijk werk, laat staan over eenig werk van hoogere orde op wetenschappelijk terrein.

Zelfs kon dit niet, daar zoodanig werk, uitgenomen ten deele het zeer oude Gezag en Vrijheid, niet van 's heeren Lohmans hand verscheen. "

Maar hiermede is de zaak dan ook afgedaan en uitgemaakt.

Waar ons bezwaar alleen gold een zoodanig wetenschappelijk werk van hoogcrorde, en dit bij de Enquête ganschelijk niet in het spel was, kan QT geen sprake van zijn, dat wij, door aan de Ouderlingen en Diakenen van Bedum de bekwaamheid tot beoordeeling van zulk een werk te betwisten, in strijd zouden geraakt zijn met ons oordeel over de Enquête, waarbij het ganschelijk zulk een werk niet gold.

We beroepen ons. hier dan ook vrijelijk op het oordeel van elk deskundige, en we tarten wien dan ook, om ons één enkel getuigenis van een deskundige, binnen of buiten onzen kring, voor te leggen, ten bewijze, dat de Ouderlingen en Diakenen van Bedum in staat waren, zulk een werk te lezen, te verstaan, en er de strekking van te beoordeelen.

We konden hier nog veel meer aan toevoegen. We konden er op wijzen, dat in de Commisie van Enquête onderscheidene gestudeerde mannen zitting hebben, die men wat algemeene ontwikkeling betreft, niet op één lijn kan stellen met de Ouderlingen en Diakenen van een kerk ten plattelande.

We konden er op wijzen, dat gelijke opmerking geldt voor velen van hen die de klacht indienden.

Er kon op gewezen worden, dat de klagers zich over niet één punt uitlieten, waarover zij als leden der Vereeniging niet oordeelen konden en mochten.

Doch dit alles laten we ter zijde.

Het principiëele verschil ligt in het feit, dat wij protesteerden tegen de beoordeeling van een hoog-wetenschappelijk werk door personen, die zelfs niet in staat zijn het te lezen en ook maar eenigszins te verstaan, terwijl bij de Ettquête van zoodanig werk ganschelijk geen sprake was.

Door dit principiëele verschil te verzwijgen, hebben zij, die ons een meten met twee maten verweten, zich zelven schuldig gemaakt aan het wegen met valsche weegsteetten.

Proeve van hun eerlijkheid zal het dan ook zijn, of ze, na hierop gewezen te zijn, al dan niet hun verwijt terugnemen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 juni 1896

De Heraut | 4 Pagina's

Met twee maten?

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 juni 1896

De Heraut | 4 Pagina's