GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Officieele Berichten.

Bekijk het origineel

Officieele Berichten.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hulpbehoevende Kerken van Zuid-Holland, Zuidelijk gedeelte.

Ingevolge de scheiding tusschen N. en Z. gedeelte benoemden deputaten Z. gedeelte tot hun voorzitter Ds. E. Douma van Rotterdam, tot assessor Ds. B. Sieders van Vlaardingen en tot secretaris en penningmeester Ds. M. H. K. Mol.

Zwartewaal, 13 Aug 1907^

In de morgengodsdienstoefening op Zondag 18 Aug. werd onze beroepen leeraar, Ds. E.. Middelveld, in zijn dienstwerk alhier bevestigd door den consulent der gemeente, Ds. Fokkens van St. Kanaal, die bij die gelegenheid tot tekst had gekozen het middenste gedeelte van Hand. i : 8, Was 's morgens reeds een groote schare belangstellenden opgekomen, 's namiddags was de kerk meer dan vol. Toen trad op Ds. Middelveld, die zich aan onze gemeente verbond met een rede uit te spreken over 2 Oor. 4:5.

Stelle de Heere, de Koning der Kerke, hem tot een rijken zegen in ons midden.

Namens den keikeraad:

J. W. SCHOLTENS

Nieuw Buinen, 19 Aug.

P. S. Adres van den kerkeraad voortaan Ds. R. Middelveld.

AGENDUM

van de vergadering der Gereformeerde kerken in de classis Schiedam, die D. V. zal gehouden worden op Dinsdag 27 Augustus 1907, des voormiddags te 9I/2 uur, in het kerkgebouw der Gereformeerde kerk (Kuiperstraat), te Vlaardingen.

1. Opening.

2. Onderzoek der credentiebrieven en rapport daarvan. .

3. Ziltingneming van het moderamen.

4. Lezing en vaststelling van de notulen der vorige vergadering.

5. Peremptoir examen van den Eetw. Heer F, J. v. d. Ende, beroepen proponent te Hoogvliet. Onderzoek in de exegese O. T. over Jesaja 40 en Haggaï 2; N. T. over Romeinen I : I—17 en i Petrus 4.

6. Rapporten.

7. Ingekomen stukken.

8. a. Voorstel Douma-Van den Brink inzake de uitvoering van Art. 13 D. K. O. b. Voorstel Pernis: „De kerkeraad wenscht dat de classis zal trachten te komen tot een classicale kas voor Art. n en 13. De inkomsten dier kas worden dan, naar de draagkracht der kerken in de classe, volgens vastgestelde regeling bij elkander gebracht. Eventueele uitkee ringen uit die kas zullen geschieden volgens de regeling, aanbevolen door de Synode van Utrecht.

§. Rondvraag naar Art. 41 D. K. O.

10. Regeling van de vacaturebeutten.

11. Storting der collecte voor hulpbehoevende studenten.

12. Aanwijzing van de saamroepende kerken van den datum der volgende vergadering.

13. Sluiting.

Namens den Raad der roepende

kerk te Maassluis A,

J. VONK,

J, v. D. LEE,

Maassluis, 9 Augustus 1907.

AGENDÜM

voor de 19de Centrale Diaconale Conferentie, D. V. te honden te 's Gravenhage, op Woensdag, 4 Sept. 1907, in de Westerkerk, ingang Herderinnestraat 22a. Aanvang 's morgens 10 uur.

I. Opening der Vergadering. II. Lezing der Notulen en Presentie lijst, III. Verkiezing van Comité-Leden.

a. Aan de beurt van aftreding zijn ditmaal de broeders R. Broekhuizen, Mr. R. van Maare en C. F. von Meijenfeldt. Mr. R. van Maare is niet in bet diakenambt gebleven, en dus naar den gewonen regel niet herkiesbaar. Ook br. G. Sttuik beeft geweend, na een onafgebroken dienst van 28 jaren, te moeten bedanken en zal mitsdien ook moeten vervangen worden. Daar het Comité, volgens besluit der vorige Conferentie geroepen, is, leiding aan de stemming te geven, dóór het aangeven van candidaten, meende het ditmaal een stap verder te moeten gaan, en de volgende voorstellen tot reorganisatie van het £omité te moeten doen: a. Het Comité bestaat uit 10 leden. b. Uit elke provincie — Limburg uitgezonderd, — wordt één Comhé-lid verkozen, c. In 1908 treden de Comité-leden af, die gekozen zijn voor de provinciën: Groningen, Overijsel, Utrecht, Zuid Holland en Noord-Brabant. In 1909 treden de Comité leden af, die gekozen zijn voor de provinciën: Friesland, Drente, Gelderland, Noord-Holland en Zeeland. En zoo vervolgens.

b. Bij aanname van de voorstellen onder punt III a. geeft het Comité voor de volgende provinciën de daarbij genoemde candidaten:

voor Friesland: J. Feitsma van L-^euwarden, M. Kramer van Leeuwarden;

voor Drente: R. Broekhuizen van Meppel, A. Koetsier van Assen, J. Welmers van Zuidlaren ;

voor Gelderland: P. J. J. Meij van Arnhem, A. H. Scholten van Zutfen;

voor Utrecht: W. v. d. Linden van Utrecht.

A. M, Beekes van Utrecht: voor N.-HoUand: C. F. von Meijenveldt van Amsterdam, A. D. Kronenburg van Amsterdam, J. P. Weisz van Amsterdam;

voor Zeeland: P. J. de Kruijter van Middelburg, M. Quakkelaar van Goes;

voor N.-Brabant: N. Ardon van Klundert, W. Robbemont Czn. van Breda.

N.B, Daar de broeders: J. Andriessen van Groningen, J. J. Drost van Enschede en J. G. V. d, Burch van 's Gravenhage ditmaal niet moeten aftreden, behoeft voor de provinciën: Groningen, Overijsel en Z, - Holland geen keuze gedaan te worden.

gedaan te worden. c. Mocht de Conferentie zich met het voorgestelde onder punt UI a niet kunnen vereenigen, dan stelt het Comité de volgende candidaten voor:

vacature Broekhuizen: R. Broekhuizen van Meppel, J. Feitsma van Leeuwarden, A. Koetsier van Assen;

vacature Van Maare: P. J. J. Meij van Arnhem, W. V. d. Linden van Utrecht;

vacature Von Meijenfeldt: C. F. von Meijenfeldt van Amsterdam, A. D. Kronenburg van Amsterdam, J. P. Weisz van Amsterdam;

vacature Struik: P. J. de Kruijter van Middelburg, M. Qaakkelaar van Goes.

IV. Wat is het oordeel der Conferentie over het geven van voorschotten, naar aanleiding van een daarover gehouden referaat en wat in ons Correspondentie-blad daarover geschreven is?

Diaconie der Geref. Kerk te Ensclude. V. In het vorig jaar werd door de Diac. Vergad. van Amsterdam eene Commissie benoemd, om haar te dienen van advies inzake de vraag, welk standpunt de Geref. Diaconie heeft in te nemen ten opzichte van de in uitzicht gestelde nieuwe Armenwet. Een zeer uitvoerig rapport werd daarover dezer dagen door deze Commissie uitgebracht. Wijl echter eenige uitspraak ten aanzien van de door de Commissie voorgestelde punten zonder meer, weinig resultaat heeft en er alles voor te zeggen is, dat wat met betrekking tot deze zaak door de Gereformeerde Diaconie van Amsterdam werd besloten, worde overwogen en besproken in breeder kring, besloot zij om voor de op 4 Sept. a. s. te houden Ceatr. Diac. Conf. in te zenden de volgende motie:

De Oentr. Diac. Conf, gehouden te 's Gravenhage, den 4e Sept. 1907, is van oordeel: A. I. dat een gewijzigde Armenwet de mogelijkheid dient te openen, dat de arme op voldoende wijze wordt geholpen; 2. dat de vrijheid der Diaconiën, om te helpen wien en hoe zij willen, door die wet niet mag worden beperkt; 3. dat de bedeelende armenzorg van de burgerlijke overheid slechts aanvullend dient te zijn; 4. dat de regeling eener niet-decisive, doch uitsluitend consultatieve samenwerking, in plaatsen van meer dan loooo inwoners aanbeveling verdient; 5. dat het instellen van een Centraalregister, bevattende de namen en woonplaatsen der ondersteunden, alleen te raadplegen door gemachtigden van instellingen tot wien een arme zich om hulp wendt, noodig wordt geacht; (*) 6. dat ten aanzien van meer ondergeschikte punten het concept der nieuwe Armenwet kan worden afgewacht. B. i. dat dient te worden geijverd voor het in het leven roepen van een wet ter bestrijding van het schandelijk en misdadig pauperisme en 2. dat moet worden aangedrongen op eene wettelijke regeling van de ziekteverzekering en de invaliditeits-ouderdomspensioneering.

(*) Aanteekening. (De Diaconie van Amster dam teekent uitdrukkelijk hierbij aan, dat reeds bij de Commissie over de met dit punt overeenkomende conclusie in het rapport, geen eenstemmigheid heerscht en dat dit punt in de Diac. Vergadering wel in den breede is besproken, maar daarover geen eenstemmigheid bestond; dat op verzoek van den rapporteur over dit punt niet is gestemd, en in deze motie is laten staan om deze zaak ook op de Conferentie in bespreking te brengen.)

Diaconie der Geref. Kerk van Amsterdam.

N.B. Diaconiën, die een afgevaardigde ter Conferentie denken te zenden, kunnen op aanvraag bij den Scriba van de Diaconie der Geref. Kerk te Amsterdam, den heer P. Sluis, N.-Z. Voorburgwal 258, zoolang de voorraad strekt, I ex. van bovengenoemd Rapport verkrijgen

VI. Nut en wenschelijkheid van de provinciale organisatie onzer Diaconiën. Het Comité.

Pauze (van 12I/2 tot i uur).

VIL „Diaconale vertegenwoordiging." Inleider: Dr. S. O. Los van Hiversum.

Stellingen: I. De Diakoniën hebben behoefte aan Class, vertegenwoordiging tot: a. het verkrijgen van Classicale adviezen, die bruikbaar zijn in de praktijk; b. het steunen van behoeftige Diaconiën; c. het beslechten van geschillen russchen Diaconiën onderling; d. het regelen van gemeenschappelijke actie van, Diaconiën, o.a. mandelige huishouding. IL De uitspraak der Geref. Kerken in Synode (acta 1899 Art. 131) volgens welke het organiseeren van afzonderlijke meerdere vergaderingen voor diaconale zaken in strijd wordt geacht met het verband en de samenwerking der ambten, eischt dat van dit middel worde afgezien. UI. Het afvaardigen van Diakenen naar de Class. Vergaderingen met adviseerende slem is als niet in strijd zijnde met het Geref. Kerkrecht een nuttig middel tot classicale vertegenwoordiging van Diaconiën. IV. Het is een eisch des tijds, dat de Class. Vergaderingen der Kerken bij de behandeling van zaken de barmhartigheid betreffende na breede voorlichting door Diakenen en door middel van Diakenen als deputaten komen tot gemeenschappelijke actie. VIII, De vergadering verzoeke aan het Comité: ie. Volledige inlichtingen in te winnen omtrent den te volgen weg tot het verkrijgen van subsidie voor de verzorging van kinderen, wier ouders of voogden uit de ouderlijke macht zijn ontzet, (Liefst bij Diaconiën, aan wie bereids subsidie werd toegekend.) 2e. Voor de verkregen inlichtingen plaatsing te verzoeken in het Diaconaal Correspondentieblad.

Diaconie der Geref. Kerk te Utrecht. _ IX. Is na de wijziging bij Koninklijk Besluit van 10 Mei 1907, regelende de uitvoering der Kinderwetten, samenwerking der Diaconiën op dit punt niet wenschelijk en mogelijk?

Diaconie der Geref. Kerk te Meppel. X. Hoe hebben de Diaconiën gedacht over de „mandelige huishoudingen", naar aanleiding van hetgeen op de vorige Conferentie gesproken is?

Diac. der Ger, Kerk te 's-Gravenhage, XI. Aangezien er Diaconiën zijn die onder zulke zware lasten gebukt gaan, dat ze niet bijmachte zijn om den noodigen onderstand te verkenen; — en daarentegen andere Diaconiën die in 't geheel geen armen of zeer weinigen hebben; — is het daarom geen dringende behoefte en tevens voor uitvoering vatbaar, dat de fioantieel sterkere Diaconie a de lasten van hulpbehoevende mede dragen?

Diac. der Ger, Kerk te Groningen. (B.) XII. In hoever mogen leden der Gemeente giften uit de diaconale kas ontirangen, zonder volgens Art. 3 der Kieswet van de kiezerslijst te moeten worden afgevoerd?

Diac. der Ger. Kerk te Grijpskerk. (Z.) XIII. Aangezien de verpleging van Weezen, naar den Woorde Gods een zaak der barmhartigheid is, die door het orgaan der Diaconie wordt uitgeoefend, zooals mede in het Formulier van „Bevestiging van Diakenen" duidelijk wordt bepaald, is het dan niet in strijd met het zuivere beginsel, zoo die arbeid geheel uit handen wordt genomen uit die der Diaconie, en toevertrouwd aan eene Commissie, bestaande uit leden des Kerkeraads, Ouderlingen en Diakenen — benevens uit leden der Gemeente, gekozen door de Gemeente?

Diac. der Ger. Kerk te Rotterdam. (B.) XIV. Is het gewenscht, dat brs. Diakenen zich belasten, of door den Kerkeraad balast worden, met het beheer der financiën van Kerk­

en Eeredienst? Diac. der Geref. Kerk te Haren. (Gr.) XV. De Centrale Diaconale Conferentie spreekt de wenschelijkheid uit, dat de Vereeniging voor Chr. Verzorging van krankzinnigen in Nederland, voor de Verpleegden van Diaconiën een verminderd tarief instelle, — en benoeme eene Commissie, die met het Bestuur der Vereeniging daarover in overleg trede.

Diaconie der Geref. Kerk te Kampen, De predikanten W. Doorn en Dr. J. C. de Moor te 's-Gravenhage hebben zich bereid verklaard de Conferentie van advies te dienen, terwijl ook Prof. P. Biesterveld, indien het Z. H. Gel. eenigszins mogelijk is, de Conferentie hoopt bij te wonen.

Het Comité voornoemd:

G, STRUIK CZN., Voorzitter, Enkhuizen.

MR. R. VAN MAARE, Vice-Voorz. Arnhem.

J. J. DROST, 2e Secretaris. Enschedé

J. ANDRIESSEN, Penningut. Groningen,

C. F. VON MEYENVELDT, Amsterdam.

J. G. VAN DER BURCH, 's Gravenhage.

R, BROEKHUIZEN, \e Secret, Meppel.

Meppel, Augustus 1907.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 augustus 1907

De Heraut | 2 Pagina's

Officieele Berichten.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 augustus 1907

De Heraut | 2 Pagina's