GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

TWEE.

III.

Zooals we zagen, volgde Caligula, die voluit eigenlijk Gajus Cesar Augustus Germanicus Caligula heette, zijn oom Tiberius op, dien hij had helpen dooden. Hij was toen 24 jaar oud.

Caligula was een zoon van den beminden veldheer Germanicus, die ook in onze streken e Romeinsche legioenen heeft aangevoerd. De onge zoon ging met den vader mee op diens krijgstochten. Hoewel nog een kleine jongen roeg hij reeds het soldatenpak. Daartoe behooren ook schoenen, die ter halverhoogte van het cheenbeen reikten en Caliga heetten. Van die aarzen (Caligula is het verkleinwoord) kreeg ij zijn bijnaam, waaronder hij bekend is geleven. Later ging hij ook in het Oosten ten orlog.

Noch zijn vader noch hij waren, gelijk we agen, bij den dwingeland Tiberius bemind geeest. Zoo kwam het dat Caligula, 20 jaar oud, et zijn moeder naar het eiland Caprea werd erbannen, anders gezegd Capri, waarvan we al eer hoorden. We hoorden ook, hoe het Caligula elukte door vleierij Tiberius wreedheid te ontomen, en hij zelfs tot diens opvolger werd beoemd. Toen nu Tiberius oud en zwak werd, erspreidde zich het gerucht van zijn dood. aligula die spoedig geloofde wat hij vurig enschte, dacht dat zijn oom werkelijk dood as en liet zich alvast tot keizer uitroepen. aar daar kwam de tijding, dat het bericht alsch was, dat Tiberius nog leefde!

Caligula wist zeer goed, dat zijn oom het den eef en troonopvolger nooit vergeven zou, dat eze zijn dood niet had afgewacht. Daarom beloot bij den ouden keizer vóór te zijn, eer ich deze op hem wreekte. En zoo werd met ulp van Maêro, Tiberius omgebracht, en volgde e eene gruweldaad de andere. In het jaar 36 a Chr. werd Caligula keizer van Rome.

Met vreugd en gejuich werd Caligula bij zijn roonsbeklimming door heel het volk begroet. en hoopte, dat thans de ellende voorbij was, en en nieuwe, betere tijd zou aanbreken, nu de oon van den edelen, onvergetelijken Germanius de plaats van Tiberius bad ingenomen. En erkelijk scheen in het eerst die hoop te zullen ervuld worden. De jonge vorst regeerde rechtaardig, en schafte allerlei verkeerds uit den tijd an zijn voorganger af.

Doch acht maanden na zijn troonsbestijging erd Caligula zwaar ziek. Hij had dit zichzelf e wijten, want het was een gevolg van zijn nmatig leven. Doch daar zag niemand op. en was slechts in angst, dat de beminde jonge eizer sterven zou, en toen hij eindelijk weer eterde, heerschte te Rome de uitbundigste reugd en werd de keizer met allerlei huldelijken overladen. Dat nu is voor vele menschen iet goed, wijl het hen trotsch en overmoedig aakt. Maar voor Caligula was het ten volle erderfelijk.

De blijdschap en de vele huldeblijken bij zijn erstel schijnen hem in den waan gebracht te ebben, dat hij nu ook maar alles doen mocht at hij wilde, hoe uitzinnig het ook was. Alhans voortaan kenmerkte zich zijn leven — t zou niet lang zijn — door zooveel buitenporigheden en afschuwelijke dingen, dat er wel rond is voor het vermoeden, dat hij vlagen ad van krankzinnigheid. Iemand bij zijn geond verstand kon bijna niet tot dwaasheden ervallen als die, waaraan Caligula zich nn vergaf.

Want van nu aan volgden zwelgerijen, uitpattingen en wreedheden, met de grootste chaamteloosheid door den keizer gepleegd. chrikkelijk werd bet volk ontgoocheld. Caligula eefde voortaan slechts voor de laagste zinnelijke enietingen, voor feesten en spelen enz. en veraarloosde de staatszaken geheel. Hij liet roote, dikwijls nuttelooze bouwwerken uit-

voeren, die oDtzaggelijke sommen verslonden. Tegelijk woedde de keizer tegen aanzienlijken en geringen waarbij bij slechts naar luim en willekeur te werk ging. Wreede terechtstellingen badden plaats zoodat Rome met bloed en schrik werd vervuld en de tijden minstens even jammerUjk waren als onder Tiberius.

Dat Caligula zoo velen uit den weg liet ruimen was voornamelijk om dan bun vermogen en hun bezittingen te kunnen bemachtigen, en zoo het geld te verkrijgen, dat verspild werd aan zijn buitensporigheden, brasserijen en ongebonden levec. Al wat hoog en eerwaardig was werd door dezen goddeloozen en on menschelijken jongen m%n, als met voeten getreden. Hij ontzag niets of niemand, doch eischte voor zich zelf alle eer en onderwerping.

Dat Caligula werkelijk veel had van een krankzinnige, blijkt uit allerlei. Hij had een paard, dat Incitatus heette en waar hij veel van hield. Nu, dat hinderde niet, maar bespottelijk was, dat hij dit dier een hofhouding g»f, er bepaalde bedienden voor aanstelde, als ware het een vorstelijk persoon geweest. Wat Incitatus daar veel van begrepen en genoten zal hebben I Nog zotter was, dat hij zijn ros tot consul of raadsheer wilde benoemen. Zeker om bij de besprekingen in de raadsvergaderingen te hinniken of te brieschen

De kroon op al zijn booze en onzinnige daden zette Galigula, toen hij zichzelf voor een god verklaarde, en als zoodanig wilde geëerd en aangebeden worden. Hij liet tempels voor zich bouwen, en stelde priesters aan, die daarin zijn beeld moesten bewierooken, en hem alle hulde brergen, die anders alleen den goden werd bewezen. Zelfs liet hij uit de tempels van Japiter het beeld van den oppergod wegnemen, en daarvoor het zijne in de plaats stellen.

Iets dwa^ers is zeker wel moelijk denkbaar dan dat een zwak, een eindig mensch zich gelijk stelt met een god. Z? lfs de heidensche Romeinen spott'en er mee. Doch alleen wanneer zij gerust konden wezen, dat de keizer er niets van zou vernemen, wiens, wraakzucht zoo fel was. Ze veinsden te gelooven wat hij eischte, en zoo kon Caligula tevreden zijn; hij zag niet in dat het zoo niet lang duren kon.

BRIEFWISSELING.

Verschillende vragen hopen we eerlang te beantwoorden. Doch in de e. k. nrs. gaat het niet. Men hebbe dus geduld tot na Nieuwjaar.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 december 1910

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 december 1910

De Heraut | 4 Pagina's