GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Levend onderzoek aan de Vrije Universiteit - pagina 30

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Levend onderzoek aan de Vrije Universiteit - pagina 30

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

(b) Rianne Lindhout Gesprek met Jan Lever 'Ik ben blij dat ik hoogleraar was in de tijd dat ik het was'

In de ruime studeerkamer van de etagewoning in Amsterdam-Zuid

die hij

met zijn vrouw bewoont, vertelt professor Jan Lever hoe het allemaal begon met de Biologiefaculteit aan de vu. Vijftig jaar geleden was hij een van de grondleggers en tot 1986 was hij met hart en ziel betrokken bij wat begon als een subgroep van de Wis- en

Natuurkundefaculteit.

In de zomer van 1 9 4 9 was Jan Lever druk bezig met de afronding van zijn proefschrift in Utrecht, toen professor Koksma, hoogleraar wiskunde aan de vu, hem opbelde. Men wilde een gesprek met hem, omdat er plannen waren de Faculteit der Wis- en Natuurkunde uit te breiden met een afdeling Biologie. Lever toog naar het gebouw in de De Lairessestraat waar nog steeds 'Vrije Universiteit' op staat en waar toen de afdelingen Wis-, Natuur- en Scheikunde gesitueerd waren. In 1950 zou er op de vu een medische faculteit worden gestart, vertelden Koksma en zijn collega Sizoo van Natuurkunde aan Lever. Omdat geneeskundestudenten in hun propedeuse naast exacte vakken ook colleges plant- en dierkunde moesten krijgen, was een uitbreiding van de exacte faculteit nodig. Men wilde daarvan gebruik maken om ook met een opleiding Biologie te beginnen. Voor plantkunde en genetica was de heer Algera bereid zijn bloembollenonderzoek in Lisse en zijn werk bij TNO in te ruilen voor een hoogleraarschap aan de vu; wilde Lever misschien de dierkunde op zich nemen? Lever vertelt: 'Ik zei dat de hele dierkunde te groot was voor één persoon. Ze moesten een fysioloog en een morfoloog hebben. Ik was morfoloog: ik zou promoveren op een experimenteel histologisch onderzoek van de schildklier. Er was dus nog een fysioloog nodig, maar zij wisten niemand. Het was niet gemakkelijk, want om aan de vu te werken moest je behalve een goede wetenschapper ook gereformeerd of orthodox hervormd zijn. Ik kende een geschikte persoon: de heer Duyvené de Wit, hoofd van de onderzoeksafdeling van het

31

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2000

Historische Reeks | 168 Pagina's

Levend onderzoek aan de Vrije Universiteit - pagina 30

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2000

Historische Reeks | 168 Pagina's