Geen duimbreed?! - pagina 196
De Vrije Universiteit tijdens de Duitse bezetting
DE B I J Z O N D E R E A C T I V I T E I T E N V A N ' J A N W A T '
wensman en beschermer optreden voor de honderden gearresteerde verzetsmensen en mensen die van verzetsdaden werden verdacht. Als hoogleraar in de pedagogiek en de jeugdpsychologie wist hij zich een zeker gezag te verwerven bij verschillende Duitse s D-officieren. In het bijzonder met een van de hooggeplaatste functionarissen, ss-Hauptsturmführer Hans C. Blumenthal, die als SD-commandant optrad bij de grote studentenrazzia op 6 februari 1943, lukte het hem een soort van vertrouwensrelatie op te bouwen. Door deze vertrouwensrelatie was Waterink in staat iets te doen voor veel mensen die gevangen zaten; hun deportatie naar Duitsland te voorkomen of zelfs hun vrijlating te bewerkstelligen. Hierbij maakte Waterink ongetwijfeld gebruik van omkoperij. Blumenthal, met wiens ietwat merkwaardig aandoende cynisme wij reeds kennismaakten, was ook op de hoogte van het feit dat Waterink in zijn Paedologisch Instituut joodse kinderen had laten onderduiken, die door Gesina van der Molen en haar medewerkers via de Hervormde Kweekschool waren gered. 2 Blumenthal zou na de oorlog als SD-officier tot de betrekkelijk lichte straf van zeven jaar gevangenisstraf worden veroordeeld. 3 Bij bepaalde rechtszaken tegen verzetsmensen zag Waterink kans op te treden als getuige-deskundige. Met gebruikmaking van psychotechnisch onderzoek dat werd uitgevoerd door zijn Psychotechnisch Instituut, dat de hele oorlog kon blijven doorwerken, trachtte hij in bepaalde gevallen vermindering van straf of vrijspraak te verkrijgen. Hij werkte in veel van de gevallen nauw samen met C. Visser uit Halfweg, die Waterink steeds weer van gegevens over diverse gevangenen voorzag. In dit werk ging al gauw ontzettend veel tijd zitten. Stukken moesten worden gelezen, gesprekken moesten worden gevoerd, meestal met hoge Duitse officieren, ettelijke brieven, verzoekschriften en rapporten moesten worden geschreven. Vanaf de zomer van 1943 werd er doorlopend een beroep op Waterink gedaan, bijna dagelijks, tot op zijn vakantieadressen op de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug toe. Waterink nam op die manier een soort van brugfunctie tussen het verzet en de SD in. Een gevaarlijke, risicovolle positie. Doordat Waterink steeds meer op de hoogte raakte van allerlei verzetsactiviteiten, die hij zo onschuldig mogelijk trachtte voor te stellen of te bemantelen, liep hij het gevaar z e l f b i j zijn Duitse gesprekspartners verdacht te worden. Toch heeft hem dat er nooit van weerhouden zich steeds weer in te zetten als er een beroep op hem werd gedaan.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002
Historische Reeks | 294 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002
Historische Reeks | 294 Pagina's