De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 261
[Deel 1]
HET
RASSENVRAAGSTUK
technisch verder voortgeschreden volken om te doen wat de bewoners zelf nalaten: de verschillende rijkdommen-verborgen in de bodem of afhankelijk van het klimaat - aan de mensheid in haar geheel geven. Voor mij althans, aldus Idenburg, is dit belangrijker: Voor den Christen, die ook in de historie de leiding erkent van Hem, Die het al regeert en Wiens bestuur gaat door rechtvaardige en onrechtvaardige da260
den der menschen, is het afdoende antwoord gelegen in het aanvaarden van den wil van God, Die het contact der volken aldus leidde, dat sommigen de heerschappij over en de leiding van anderen verwierven. Maar dan ook dadelijk de plicht voort om dat bestuur en die leiding te richten naar de ordeningen van God, Die wil dat het recht, ook der inheemschen volken gehandhaafd wordt en dat de gegeven rechtsverhouding vruchten draagt te hunnen bate. In die vruchten behoort het koloniaal bestuur zijn rechtvaardiging te vinden.
Die laatste zin onderstreepte Idenburg in zijn manuscript. Vergelijking van Idenburgs visie op de verhouding tussen Oost en West met het Zuid-Afrikaanse denken over de relatie de rassen leert dus allereerst duidelijke overeenkomsten. Ook Idenburg ging uit van de historie en van een organische denktrant, met raciale en culturele verschillen. Maar tegelijkertijd betekende dat uitgangspunt voor hem de tijdelijkheid van de huidige situatie: De Schriftuurlijke gedachte, dat de menschheid een organisme is, waarin de volken als deelen niet los naast elkander staan, maar als leden met elkander zijn verbonden, elkander hebben te dienen en geroepen zijn om samen te werken, opdat het door God gestelde doel door gezamenlijke arbeid en inspanning worde bereikt, doet ons ook iets verstaan van het "waarom" der koloniale verhoudingen. Zij doet ons die verhouding, waar zij bestaat, zien als een noodzakelijkheid in het heden; niet als een relatie, die in dezen vorm te allen dage moet bestaan, maar als een verhouding, die in het heden een bepaalde taak heeft te vervullen en daartoe onmisbaar is. Bloot geestelijke relaties tusschen Oost en West zijn in het tegenwoordig stadium der ontwikkeling ondenkbaar.
Idenburg wil ook niet, dat een gekerstend cultuurleven in de Oost 'een ziellooze copie is van het Westen'; wel, dat het, 'gevoed door denzelf-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 455 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 455 Pagina's