De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 157

VOORTGEZETTE

GROEI

Op een kaart van Europa, gevolgd door een wereldkaart, is getracht met zwarte lijnen aan te geven den machtigen invloed, die van de Vrije Universiteit uitgaat over de geheele wereld. Vanuit vele landen wordt de blik gericht naar de v u te Amsterdam, 'die een centrum is van de Calvinistische opvatting'. 1 * 6

Tegen die tijd was de actieve bevordering van de bekendheid van de v u en dus ook het aantrekken van buitenlandse studenten reeds aanvaard. Vanaf 1925 beschikte de v u over een Calvijnfonds, met het bevorderen van het contact met het gereformeerde wetenschappelijk leven elders als specifieke doelstelling.157 Het Calvijnfonds vergoedde na 1925 de vrijstelling van het collegegeld die de Zuid-Afrikanen sinds 1 9 0 9 genoten, en kende hen soms ook beurzen toe.158 De aanvankelijke passiviteit inzake de rechtstreekse werving van buitenlandse studenten was intussen eveneens opgegeven. De administratie van de Vereniging was de eerste jaren na 1 9 0 2 wat betreft de leden en begunstigers in Zuid-Afrika niet op orde. De meeste vooroorlogse leden en begunstigers hadden Zuid-Afrika immers (moeten) verlaten: van de 11 leden en 3 begunstigers uit 1899 waren er nog slechts 3 over. Het Jaarverslag van de Vereniging over 1 9 0 6 meldde dat twee van hen (de dominees T. Hamersma en M. Postma) nog lid waren, aangevuld met vier nieuwe leden; de derde (ds. P. Postma) was begunstiger geworden, samen met nog een nieuwe begunstiger. 159 De nieuwe correspondent, R. F. Bolland, mocht regelmatig enkele nieuwe leden en begunstigers inschrijven, maar er was veel verloop en meer dan 15 waren het er tien jaar later nog niet. Maar reeds in 1914 had het College van Directeuren besloten tot het initiëren van propaganda voor de v u in Zuid-Afrika en Amerika, om te beginnen door middel van de verzending van een circulaire. 160 Er kwam blijkbaar weinig van, want twee jaar later drong pedel Jb. van Oversteeg opnieuw aan op propaganda voor de v u in Zuid-Afrika. Toen trokken curatoren er zelfs f 1 0 0 voor uit. Zij hoopten onmiskenbaar er studenten mee te werven, maar hoofddoelstelling was het werven van leden en begunstigers voor de Vereniging. 101 Hun aantal nam nauwelijks toe: in 1921 had de Vereniging in Zuid-Afrika 13 leden en 10 begunstigers, in 1924 15 van elk - allemaal oud-Nederlanders op drie Afrikaners na die op de v u gestudeerd hadden. Het aantrekken van studenten bleef de aandacht houden, maar in concreto werd deze

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen