GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 79

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 79

De Vrije Universiteit en de Derde Wereld 1955-2005

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

de vu in wereldverband

78

ting, in 1952, van de Nuffic – ‘Netherlands Universities Foundation for International Cooperation’, en het iss – ’Institute of Social Studies’. Na de Russische inval in Hongarije in 1956, wordt de steun voor het Universitair Asylfonds versterkt. Er komt een uaf-comité aan de vu met prof. P. Mullender (wiskundige) als eerste voorzitter. De directeuren geven beurzen voor de studie van vier Hongaarse studenten, en het studentencorps voegt daar nog één aan toe. Mullender is vanaf dat jaar ook voorzitter van de Commissie Buitenlandse Betrekkingen.60 Een overzicht van deze commissie uit 1957 geeft aan, dat er in de voorafgaande jaren meer dan 100 buitenlandse studenten bij de vu waren ingeschreven. Dat betekent dat op het totaal aantal studenten aan deze universiteit vijf procent van buitenlandse herkomst is. Het beleid dat in 1950 is ingezet voor een grotere internationale bekendheid van de vu lijkt dus effect te sorteren. In 1960 stelt de senaat de Commissie Ontwikkelingsgebieden in. Als leden worden benoemd de hoogleraren: Gesina van der Molen, Johan Bavinck, G. Kuiper Hzn, Jan Lever, en Louis Onvlee (voorzitter). Aan deze commissie worden later nog toegevoegd: Berthe Siertsema, W. F de Gaay Fortman en F. de Roos. Twee leden van de commissie, Onvlee en Siertsema zijn tevens lid van de raad van bestuur van de Nuffic. De commissie denkt na over de rol van de vu op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Zij gaat het accent leggen op steun aan instellingen voor hoger onderwijs, universiteiten en ‘university colleges’ in ontwikkelingslanden. De commissie heeft contacten met de Nederlandse zendingsraad, de gereformeerde zending te Baarn, de hervormde zending in Oegstgeest, en internationale missionaire organen. Verzoeken om steun komen onder andere vanuit de protestantse raad van kerken van Congo, de Universitas Satya Wacana te Salatiga, de Universitas Kristen Indonesia te Jakarta in Indonesië, en de associatie van Christian colleges in Pakistan. Na een bezoek aan deze colleges in Pakistan rapporteert prof. P. J. Zuidema aan de commissie, dat de grootste onzekerheid voor de uit te zenden deskundigen is: ‘of zij wetenschappelijk gezien niet te zeer achter zullen raken, en of zij bij terugkomst in Nederland weer opgevangen zullen worden’.61 Dit punt duikt in de loop der jaren nogal eens op in de vergaderingen. De commissie geeft tevens commentaar op nota’s van de Nuffic. Daarbij refereert zij bij verschillende gelegenheden naar de doelstel-

Kleine luyden in ontwikkeling; Perfect Service; pag 78

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 363 Pagina's

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 79

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 363 Pagina's