Bijzondere chemie?! - pagina 99

DE M A A T S C H A P P E L I J K E

BETROKKENHEID

IN

DE 2 I S T E

EEUW

De Vrije Universiteit werd dus steeds meer een universiteit voor iedereen, met studenten met heel verschillende maatschappelijke en religieuze achtergronden. Hierdoor en zeker ook door de democratisering trad in de colleges die gegeven werden in het kader van de algemene vorming, steeds meer een verschuiving op naar de maatschappelijke aspecten van de natuurwetenschappen. Prof. dr. R. Hooykaas kon zich hier niet in vinden. Hij vond dat aan de levensbeschouwelijke aspecioo

ten te weinig aandacht werd gegeven. Hooykaas vertrok in 1971 naar de Universiteit van Utrecht. Zijn opvolger prof. dr. M.J.S. Rudwick kreeg steeds meer moeite met de visie binnen de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen op de wetenschapsgeschiedenis. Daarbij k w a m dat hij het niet eens was met het ontslag van zijn naaste medewerker. Rudwick voelde zich steeds minder thuis op de Vrije Universiteit en keerde in 1980 terug naar Engeland. 10 O m in het basisprogramma een duidelijke plaats te geven aan studieonderdelen van wijsgerige en algemene vorming werd in 1981 binnen de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen het C e n t r u m voor A l g e m e n e V o r m i n g opgericht. Dit centrum rustte op drie pijlers: de geschiedenis, de filosofie en de maatschappelijke aspecten van de wiskunde en natuurwetenschappen. Aan elk van deze pijlers werd een hoogleraar gekoppeld: prof. dr. H. A. M. Snelders (oud-leerling van de Subfaculteit Scheikunde) voor geschiedenis, prof. dr. P. P. Kirschenm a n n voor filosofie en prof. dr. E. J.Tuininga voor wetenschap en samenleving en voor ontwikkeling van onderwijs op het gebied van beleid en bestuur. Met Tuininga was echt een keuze voor de praktijk gemaakt. Hij was geen theoreticus maar iemand die zich middenin de maatschappelijke praktijk met allerlei problemen bezighield. Met deze b e n o e m i n g werd duidelijk gekozen voor vernieuwing. Pasten deze ontwikkelingen echter ook bij het bijzondere karakter van de Vrije Universiteit? De Vrije Universiteit was nog steeds een universiteit die geïnspireerd werd door de bijbel. Zij onderscheidde zich ook van andere universiteiten door haar activiteiten die rechtstreeks voortvloeiden uit levensbeschouwelijke en maatschappelijke betrokkenheid, zoals het bevorderen van (ethische) reflectie op de eigen wetenschapsbeoefening. Men was zich er terdege van bewust dat ook de manier van omgaan met het bijzondere karakter van de Vrije Universiteit met zijn tijd mee moest gaan. Dit bleek onder meer uit de publicatie Vrij van kerk, staat,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen