Bijzondere chemie?! - pagina 43

DE K W E S T I E

GEELKERKEN

antwoorden bevredigden niet iedereen, omdat de bijbel op een aantal biologische en historische vragen nu eenmaal geen antwoord gaf. De kerkleden die door hun natuurwetenschappelijke of medische opleiding kritisch tegenover de leidende theologen kwamen te staan, hadden door het besluit van de synode geen stem meer. De hoogleraren Buytendijk en Bouman, die Geelkerken als hun predikant volgden, vertrokken van de Vrije Universiteit. Buytendijk kreeg eind 1925 een benoeming tot hoogleraar in Groningen. Bouman werd in 1926 benoemd tot hoogleraar in Utrecht. Bouman bleef wel tot 1935 buitengewoon hoogleraar aan de Vrije Universiteit. De eerste poging om te komen tot een volwaardige medische faculteit kon, ook als gevolg van de synode van Assen, als mislukt beschouwd worden. De medische faculteit was zwaar onderbezet. Hierdoor dreigde de Vrije Universiteit het civiel effect te verliezen. De senaat, directeuren en curatoren stonden nu voor een moeilijke keuze: uitbreiding van de medische faculteit zodat deze een volwaardige vierde faculteit werd, of de oprichting van een nieuwe faculteit: de Faculteit Wis- en Natuurkunde. Er was nog steeds veel sympathie voor de medische faculteit en ook de vraag om christenartsen was onverminderd groot. De kosten die uitbreiding van de medische faculteit met zich meebracht, waren echter enorm: kostbare laboratoria, instrumentaria en veel docenten moesten gefinancierd worden. De oprichting van een Faculteit Wisen Natuurkunde leek aanvankelijk weinig steun te krijgen. De bijbel, gereformeerde beginselen, reageerbuizen en formules hadden op het eerste oog weinig met elkaar te maken. Om de zaak van de vierde faculteit grondig te bezien, werd een uitbreidingscommissie benoemd, die eind 1 9 2 6 verslag deed van haar bevindingen. Een van de leidraden bij het onderzoek van de commissie was de voorwaarde dat de bezetting van de nieuwe faculteit dusdanig moest zijn, dat de faculteit een examinerende bevoegdheid kreeg. Hierdoor werd het mogelijk dat de studenten die aan de nieuwe faculteit hun graad verwierven, een maatschappelijke positie konden veroveren. Een gereformeerde wetenschapsbeoefening werd door de commissie vanzelfsprekend zeer belangrijk gevonden. Tegelijkertijd werd echter onderkend dat wanneer die wetenschap niet het praktische doel van opleiding tot maatschappelijke betrekkingen kon nastreven, haar kans op ontwikkeling gering was. De uitbreiding moest dus zo gebeuren dat men zo spoedig mogelijk in staat zou zijn om examens af te ne-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen