GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 200

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 200

De Vrije Universiteit en de Derde Wereld 1955-2005

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

aandeel in nuffic-toewijzingen

Delft, maar vanwege de kapitaalsintensiviteit van de Delft-projecten heeft die universiteit een hoger aandeel in de fondsen .17 In een interview met drs. A. Boeren, ’senior policy adviser’ van de Nuffic bevestigt deze dat de vu vanaf de start van het universitaire ontwikkelingswerk tot de grootste project-uitvoerders behoort. Daarbij doelt hij op de programma’s gericht op institutieopbouw; in het beurzenprogramma neemt de vu een betrekkelijk kleine positie in. Boeren schrijft de toppositie van de vu toe aan de volgende punten: “De vu heeft altijd zeer doordacht gewerkt op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, met duidelijke ideeën en met een goed bureau buitenland. Ze heeft zich heel strategisch geprofileerd op een beperkt aantal gebieden zoals ‘basic science’. Zo’n projectmodel werd in verschillende landen ingezet en ging als een olievlek over zuidelijk en oostelijk Afrika heen; ook andere financiers, zoals het Europees Ontwikkelingsfonds, werden daarvoor warm gemaakt. De vu is niet primair gericht op activiteiten waar ze zelf ook wat aan heeft, en de producten worden ter plekke ontwikkeld. Bij andere universiteiten is ontwikkelingssamenwerking niet zo ingebed in het institutionele beleid, en meer afhankelijk van de belangstelling van individuele hoogleraren. Dat merk je aan de kwaliteit van de projectvoorstellen en verslagen van de vu. Die laat de lokale vraag prevaleren. Dat is een spagaat, want het heeft wel tot gevolg dat het de universiteit zelf niet veel oplevert.” 18 Ten slotte nog een andere zegsman van de Nuffic, drs. J. F. van Olden die begin jaren tachtig hoofd beleidszaken was. In een interview geeft hij de volgende karakterisering van het vu-beleid. “De Vrije Universiteit had de grootste projecten en deed het ook het beste. Aan de andere universiteiten was er meestal een bepaalde club van activisten op ontwikkelingsgebied, of iemand in het college van bestuur die daarvan bevlogen was. Maar bij de vu was ontwikkelingssamenwerking een belangrijk onderdeel van het universitaire beleid. Er bestond de vrees dat de vu steeds alle projecten kreeg, vooral in de tijd van de samenwerkingsverbanden. Selectie vond plaats op basis van kwaliteit, maar juist omdat deze universiteit zo goed georganiseerd was, kwamen daar de goede voorstellen vandaan. De kracht van de vu was dat zij, meer dan de andere universiteiten, geleerd had van wat was opgezet en daar de beste dingen uithaalde. Bewonderenswaardig zoals

Kleine luyden in ontwikkeling; Perfect Service; pag 199

199

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 363 Pagina's

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 200

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 363 Pagina's