GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Bijzondere chemie?! - pagina 234

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bijzondere chemie?! - pagina 234

75 jaar scheikunde aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

H E T P E R S O N E E L EN DE

ORGANISATIESTRUCTUUR

De oplevering van de nieuwbouw aan de De Boelelaan liet lang op zich wachten. Hierdoor nam het gebrek aan werkruimte in de De Lairessestraat voor de steeds groeiende subfaculteit toe. Begin jaren zeventig waren meer dan zestig wetenschappelijke en ruim tachtig niet-wetenschappelijke personeelsleden werkzaam bij de subfaculteit. Ook financieel gezien was het een moeilijke tijd. Het niveau van het onderzoek en het aantrekken van nieuwe docenten kwamen in gevaar, omdat financiële toezeggingen die gedaan waren, niet konden worden waargemaakt. Zo aanvaardde de hoogleraar organische chemie prof. dr. P. Scharff in 1975 zijn positie niet, omdat het krediet dat hij noodzakelijk vond, niet kon worden toegezegd. Overigens had hij ondertussen ook een aanbieding in Duitsland (Aken). De hoogleraar K.W. Gerritsma verliet in 1976 de Vrije Universiteit vanwege de zeer beperkte middelen die aan farmacochemie werden toegewezen en vanwege het feit dat de studierichting farmacochemie als normale vakgroep moest fungeren en niet als Faculteit Farmacie. Prof. E. Barendrecht besloot kort na zijn benoeming tot hoogleraar analytische chemie in 1972 inlichtingen bij andere wetenschappelijke instellingen in te winnen, omdat de verwachtingen over het beschikbare krediet niet uitkwamen. Hij vertrok na drie jaar naar de Technische Universiteit Eindhoven. Tot 1971 hadden de Nederlandse universiteiten enig financieel houvast aan de Algemene Financiële Schema's van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Deze schema's gaven aan wat er de eerstkomende jaren zou worden uitgetrokken voor het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. In 1971 verdwenen deze schema's echter en daarmee ook iedere financiële zekerheid. In het vervolg zou ieder jaar opnieuw gekeken moeten worden hoeveel geld er op de begroting overbleef voor het wetenschappelijk onderwijs. Omdat de overheid moest bezuinigen, moesten de universiteiten rondkomen met minder geld. Het begrotingsbeleid van de faculteiten moest voortaan gekoppeld zijn aan het onderzoeks- en onderwijsbeleid. Het opstellen van de begroting werd dan ook een zaak van de hele universitaire gemeenschap. Omdat de pijn over de hele universiteit verdeeld moest worden, werd de 'flexibele formatieverdeling' in het leven geroepen. Deze stond voor de mate waarin en de snelheid waarmee het voor de universiteit als ge-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 301 Pagina's

Bijzondere chemie?! - pagina 234

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 301 Pagina's