GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 30

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 30

Driekwart eeuw kinderstudies in het Peadologisch Instituut te Amsterdam (1931-2006)

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

testen, meten en wegen

iemand bezitten moet om een bepaald vak te kunnen uitoefenen; en anderzijds welke capaciteiten een bepaald persoon bezit, om zoo door vergelijking van de eischen van het vak en de capaciteiten van den persoon te komen tot een uitspraak omtrent de geschiktheid van dien bepaalden persoon en voor dat bepaalde vak.’ 5 Het onderzoeken van individuele capaciteiten hield ook onderzoek van de intelligentie in. Specifieke belangstelling daarvoor ontstond in het begin van de twintigste eeuw als gevolg van industrialisering en rationalisering van de bedrijfsvoering. Ook het voortgezet onderwijs kreeg daaraan behoefte. Na de lagere school volgden steeds meer leerlingen een vervolgopleiding, waardoor het vervolgonderwijs belang kreeg bij het meten van de persoonlijke capaciteiten van een lagere schoolleerling. Bovendien gingen deze tests een belangrijke rol spelen in de verwijzing van kinderen naar het zich sterk uitbreidende speciaal onderwijs. Alfred Binet (1857-1911) was de eerste psycholoog die een test ontwikkelde om de intellectuele capaciteiten van jongens en meisjes te meten. In 1904 kreeg hij van het Franse Ministerie van Onderwijs de opdracht een testmethode te maken waarmee ‘achterlijke’ kinderen op de Parijse scholen opgespoord konden worden. Met eenvoudige schriftelijke en mondelinge opdrachten probeerde Binet eerst de verstandelijke ontwikkeling van zijn twee dochtertjes te onderzoeken. Door observatie en gebruik van common sense ontwierp Binet voor elke leeftijd een aantal opdrachten die het gemiddelde kind goed moest kunnen maken, zoals het benoemen van kleuren, het samenstellen van figuren, het beschrijven van plaatjes, het vergelijken van gewichtjes, en het nazeggen van cijfers. Door systematische analyse van de resultaten ontwikkelde Binet gestandaardiseerde testjes, waarmee hij kon bepalen of kinderen tussen drie en dertien jaar ‘voorlijk’ of ‘achterlijk’ waren: de verstandelijke leeftijd – het ‘gemiddelde kind’ gold daarbij als norm – werd vergeleken met de werkelijke leeftijd van het kind. Later voerden anderen daarvoor een getal in, het Intelligentie Quotiënt (iq). Een kind met een iq van ongeveer honderd is dus een normaal intelligent kind. De Amsterdamse schoolarts D. Herderscheê (1877-1969) maakte in 1919 een vertaling van de test, die bekend is geworden onder de naam Binet-Herderscheê test.6 Deze test is, samen met tal van andere, op Waterinks laboratorium gebruikt, om de ‘intelligentie’7 in de meest brede zin van het woord te meten, zoals ruim-

Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 29 2e proef

29

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 30

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's