Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 182
Driekwart eeuw kinderstudies in het Peadologisch Instituut te Amsterdam (1931-2006)
een kwestie van afwegen
seerd te zijn op wetenschappelijk onderzoek. Maar kwam dat wel tot zijn recht? Men kan zeggen dat het pi dat op zijn ‘eigen wijze’ heeft ingevuld, maar daarmee wordt toch niet helemaal recht gedaan. Het pi was oorspronkelijk opgericht vanuit de visie dat wetenschappelijk onderzoek en een deel van de opleiding van studenten psychologie en pedagogiek bij voorkeur in een perifere instelling als het pi moest plaatsvinden. De samenwerkingsovereenkomst van 1989 legde dat formeel vast. Maar waarom vond het pi het zo belangrijk studenten op te leiden? In de eerste plaats omdat dit betekende dat docenten zich blijvend moesten verdiepen in de laatste ontwikkelingen in het vakgebied en de theorie moesten koppelen aan de praktijk van de hulpverlening. Bovendien was het voor studenten goed om ervaring op te doen. De kwaliteit van hun opleiding was daarbij in het geding. In de tweede plaats kreeg de instelling zo de mogelijkheid concurrerend op de arbeidsmarkt te werken. Het aanbieden van functies waarin zorg en opleiding aan elkaar gekoppeld waren, is voor vele sollicitanten een aantrekkelijke optie. De realisering van deze ambitieuze doelstelling gaf volgens Bleich rodt wel financieel-organisatorische problemen. Onderzoek en opleiding kunnen ten koste gaan van de zorg indien voor deze activiteiten geen aparte financiering is. In het pi was echter het omgekeerde het geval. Tot de erkenning als kinder‑ en jeugdpsychiatrische instelling in 1981 werden de bijdragen van de vu ten gunste van de algemene middelen van het pi geboekt. De vu oefende weinig controle uit op de besteding ervan. Dit maakte het voor het pi mogelijk onderzoeksgeld als aanvulling op hulpverleningsgelden in te zetten. De kosten die gemoeid waren met onderzoek en opleiding werden aangemerkt als reguliere kosten in de exploitatie. Wel vroeg men van de Faculteit der Psychologie en Pedagogiek vergoeding voor het pre-doctoraal onderwijs. Deze faculteit besteedde als het ware tegen betaling een deel van het onderwijs uit aan het pi. Voor de faculteit was dat aantrekkelijk omdat het onderwijs op het pi plaatsvond waardoor de studenten de ‘sfeer konden proeven’ bij een instelling die daadwerkelijk zorg verleende aan kinderen en jeugdigen. Ook het geld dat binnenkwam via de Algemene Bijstandswet en van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen voor onderzoek verdween tot 1989 in de grote pot. Met deze en extra middelen van de vu is in de jaren zeventig het Am-
Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 181 2e proef
181
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006
Historische Reeks | 247 Pagina's
![Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 182](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/historische-reeks/een-buitengewone-plek-voor-bijzondere-kinderen/2006/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006
Historische Reeks | 247 Pagina's