GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 83

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 83

Eredoctoraten aan de Vrije Universiteit sinds 1930

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

eredoctoraten

82

lid van de Raad van State. ‘In geen van zijn functies heeft de heer Ruppert gefaald; op verscheidene posities was hij de dominerende figuur’, aldus Diepenhorst. Als autodidact man gaf Ruppert bovendien blijk van verbluffende ‘wetskennis’ en stond hij ook in sociaal-economisch, bouwkundig en planologisch opzicht zijn mannetje – een kwaliteit waarvan hij volgens Diepenhorst blijk had gegeven in zijn hoedanigheid als curator van de Rijksuniversiteit Utrecht. Ruppert zou ‘aanmerkelijke tijd’ hebben besteed aan de voorbereiding van de nieuwbouw van het universiteitscomplex De Uithof. Diepenhorst beschreef hem bovendien als een uitnemend debater. ‘Ik ken veel debaters in Nederland maar niemand, die eerlijker de opvatting van zijn tegenstanders uiteen zet, en geen mens, die zonder zich nodeloos op te winden met zulk een verbluffende hardhandigheid vervolgens zijn opponenten te lijf gaat als dit door mij voor het eredoctoraat voorgedragen natuurtalent.’ Maar of dat nog niet genoeg was, werd Ruppert toch in de eerste plaats gehuldigd als wetenschapper. Naast artikelen, referaten en brochures, publiceerde Ruppert in 1953 de tweedelige studie De Nederlandse Vakbeweging. Die studie werd als zijn hoofdwerk beschouwd. De senaat, met als voorzitter rector magnificus W. F. de Gaay Fortman, hoefde niet lang na te denken en besloot Ruppert ‘op grond van uitstekende wetenschappelijke verdiensten’ het eredoctoraat toe te kennen. De Gaay Fortman was jarenlang docent geweest aan de kaderschool van het cnv en kende Ruppert goed. De kersverse eredoctor zou in zijn publicaties aandacht hebben gevraagd voor drie vraagstukken: het sociale vraagstuk, door Gaay Fortman weergegeven als het vraagstuk van de rechtvaardige waardering van de arbeid, het arbeidsvraagstuk, het vraagstuk van de arbeid als menselijke activiteit en ‘het vraagstuk van de verhouding van de ene mens tot de andere in beroep en bedrijf, in onderneming en maatschappij’. In zijn praktische werkzaamheden gaf Ruppert uiting aan zijn idealen door de oprichting van de kaderschool, door zich in te zetten voor een ‘hervorming’ van de samenleving en door aandacht te vragen voor de rol van de christelijke vakbeweging in de wereld. Ruppert toonde zich in zijn toespraak zowel verwonderd als blij dat hij aan de Vrije Universiteit een eredoctoraat kreeg. Verwonderd, omdat hij zijn eigen verdiensten niet zag. Maar ook blij omdat hij als Lutheraan een eredoctoraat aan een van oorsprong calvinistische uni-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007

Historische Reeks | 191 Pagina's

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 83

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007

Historische Reeks | 191 Pagina's