GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 67

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 67

Eredoctoraten aan de Vrije Universiteit sinds 1930

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

eredoctoraten

66

derscheiding dan ook.’ Omdat De Gaay Fortman niet reageerde, richtte Van Ginsbergen zich met een brief tot Elseviers Weekblad, waarmee hij zijn protest openbaar maakte. ‘In intellectuele kringen van de Antillen doet men het plan om een kleine koopman die in de politiek is gegaan, te promoveren met een wrange glimlach af.’ Maar Van Ginsbergen zelf kon er niet om lachen. Hij verweet de Vrije Universiteit zich ‘op een merkwaardige manier’ in de Antilliaanse politiek te mengen, nu midden jaren zestig weer verkiezingen voor de deur stonden. Het eredoctoraat zal weinig invloed hebben gehad op die verkiezingen, maar feit is dat Jonckheer en zijn coalitie na de verkiezingen van 1966 door kon regeren. In 1968 trad hij af om gevolmachtigd minister in Den Haag te worden. Jonckheers loyaliteit aan Nederland zou hem nog een fikse domper bezorgen. In 1969 braken hevige onlusten uit op de eilandengroep. Per koninklijk besluit werd Jonckheer voorgedragen als opvolger van de in diskrediet geraakte gouverneur Cola Debrot. Maar de regering keerde, gedwongen door de onlusten, op haar schreden terug: als lid van de machtige, vanouds heersende blanke protestantse elite zou zijn benoeming olie op het vuur zijn. Het regerende kabinet-De Jong zag nieuwe onlusten in het verschiet en trachtte hem ervan te overtuigen af te zien van de benoeming. Jonckheer, op dat moment gevolmachtigd minister van de Antillen, wist zich gesteund door de Antilliaanse regering en betoogde dat alleen de ‘revolutionaire’ partij Frente Obrero zich tegen hem verzette. Maar het kabinet zette door en maakte zijn benoeming ongedaan, tot bittere frustratie van Jonckheer. Zijn latere benoeming tot ambassadeur van het koninkrijk in Venezuela zou de bittere pil nooit geheel kunnen vergulden.

cornelis rijnsdorp (1965) ‘Ik zou mezelf willen karakteriseren als een levend gelovig mens, die werkt zolang het dag is en probeert antwoord te geven op de vragen die van het leven uit op hem toekomen, daarbij gebruik makend van het hele apparaat dat in de loop van een lang leven te zijnen dienste is gekomen.’ Zo eenvoudig en bescheiden als Cornelis Rijnsdorp (18941982) zichzelf hier omschrijft, zo eenvoudig en bescheiden schijnt hij in het dagelijks leven ook te zijn geweest. De letterkundige en recen-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007

Historische Reeks | 191 Pagina's

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 67

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007

Historische Reeks | 191 Pagina's