Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 309
‘gewoon bijzonder’
308
de prikkelende stelling dat de studentenbeweging er – onbedoeld – voor heeft gezorgd dat de vu transformeerde van een kleinschalige, elitaire instelling voor onderwijs op gereformeerde grondslag naar een massa-universiteit die zich in weinig meer onderscheidde van andere universiteiten. Radicale studenten, ‘sociaal-culturelen’ in eerste gelid, onder wie Paardekooper zelf, eisten een meer kritische en maatschappijrelevante benadering; daarmee droegen ze er volgens Paardekooper toe bij dat de eind jaren zestig, begin jaren zeventig gaande discussie onder hoogleraren en stafleden over de validiteit van ‘christelijke wetenschap’ in het voordeel van de sceptici werd beslecht. Christelijke wetenschap werd waardegedreven wetenschap, waarmee de poorten werden geopend voor studenten en medewerkers van buiten de gereformeerde gezindte. Door aldus te moderniseren, betoogt Paardekooper, kon de vu als bijzondere onderwijsinstelling overleven, mede met dank aan de ooit door bestuurders, hoogleraren en docenten zo verfoeide oproerkraaiers.5 De beginjaren van de subfaculteit sociaal-culturele wetenschappen, epicentrum van de door Paardekooper belichte studentenbeweging aan de Vrije Universiteit, wijzen evenwel in andere richting. In de subfaculteit was de discussie over christelijke wetenschap vier jaar voor ‘Parijs 1968’ eigenlijk al beslist. In juni 1964, nota bene nog vóór haar feitelijke oprichting, bleef de eerste lichting hoogleraren en wetenschappelijk medewerkers, vergaderd op De Bilderberg, het antwoord schuldig op de vraag wat het precies betekende sociale wetenschappen te beoefenen aan een bijzondere universiteit als de Vrije. Van haar eerste bestaansjaar af aan onderscheidde de subfaculteit zich veeleer door kleinschaligheid, saamhorigheid en maatschappelijke dienstbaarheid c.q. praktijkgerichtheid dan door een expliciet-christelijke wetenschapsbeoefening. Daarom ook kantte Mundus zich na 1968 niet zozeer tegen het christelijke karakter van het subfacultaire onderwijs en onderzoek als wel tegen het vermeende (neo)positivisme dat eruit sprak. Loopt tussen toepasbare en praktijkgerichte wetenschap enerzijds en ‘zuivere’ waarneming en vastlegging van feiten en gedragingen anderzijds immers geen smalle grens? Van haar oprichting af aan was de (sub)faculteit een ‘gewone’ faculteit waar werd gewerkt volgens regels en logica die elders ook gangbaar waren. ‘Bijzonder’ was haar waardegeoriënteerde wetenschapsbeoefening, die echter zelden werd geëxpliciteerd – maar onderhuids
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Historische Reeks | 401 Pagina's
![Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 309](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/historische-reeks/peter-bak-historische-reeks-deel-14/2013/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Historische Reeks | 401 Pagina's