GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Godsdienst en godgeleerdheid - pagina 10

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Godsdienst en godgeleerdheid - pagina 10

Rede gehouden bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt in de theologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

14

had het reeds alle aantrekkelijkheid voor hen verloren, of werd het alleen om zijn zinnelijk genot en materieele voordeelen van waarde geacht. Een algemeene „Weltschmerz", een verlies van waarheidszin, een jammerlijk tekort aan idealisme was er in breede kringen het gevolg van. Ongeloof in den ruimsten zin, ongeloof aan het bestaan van onzienlijke en eeuwige dingen, ongeloof aan de ideale macht van waarheid en recht, van liefde en vrijheid werd de grootste krankheid der eeuw. Onder de duizenden, die in de branding van den twijfel schipbreuk leden van hun geloof, vormden de theologen naar verhouding een zeer belangrijk contingent. Te verwonderen is dit niet. Op het veld hunner wetenschap stelden Oud en Nieuw zich het scherpst tegenover elkaar. Gelooven en weten namen hier meer dan ergens elders een onverzoenlijk karakter aan. Want eenerzijds trok het geloof, uit vreeze voor de wetenschap, hoe langer hoe meer uit het gewoel der wereld in de mystiek van het hart zich terug; en andererzijds eischte de toongevende wetenschap, dat godsdienst en godgeleerdheid, indien zij voor haar rechtbank wilden blijven bestaan, zich eene metamorphose moesten laten welgevallen, welke met eene algeheele verwording gelijk stond. Godsdienst werd n.1. in vroeger tijd altijd opgevat en omschreven als eene bepaalde wijze, van God te kennen en te dienen. Men bezag de religie eerst van hare objectieve, theologische zijde, en ging daarbij stilzwijgend uit van het geloof, dat God bestond, dat Hij zich geopenbaard had, en dat Hij op dien grond ook kenbaar was voor den mensch. Het criticisme en agnosticisme had nog zijn intocht in de philosophie niet gedaan. De existentie en de revelatie Gods stonden nog

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 december 1902

Inaugurele redes | 65 Pagina's

Godsdienst en godgeleerdheid - pagina 10

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 december 1902

Inaugurele redes | 65 Pagina's