GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leemten in de wet - pagina 12

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leemten in de wet - pagina 12

Rede bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

11

80

paalde handeling, toestand, gebeurtenis, dient te worden verbonden ). Hoe nu over deze leemten te oordeelen? Het bestaan en de denkbaarheid van deze leemten moet, meeneh wij, kortweg worden ontkend. Wij gaan er thans toe over de gronden uiteen te zetten, waarop ons oordeel rust. Herinneren wij er nog eenmaal aan, dat slechts dan van „echte," positiefrechtelijke, descriptieve, immanente of toepassingsleemten mag worden gesproken, als de wet buiten-wettelijk recht erkent of, om nu onbevooroordeeld te spreken, als recht en wet zich niet dekken. Is dit laatste wèl het geval, dan vormt de wet één geheel, dan is met de voorstelling van het recht in ons bewustzijn de voorstelling van een systeem, van een geheel, verbonden. Het recht (de wet) is dan niet een afzonderlijk complex van postulaten, maar een systematisch gesloten normengeheel. De vraag naar de leemten in de wet is dus een vraag naar de bronnen van het recht. Zij, die het bestaan van leemten in de wet aannemen, moeten bevestigen, dat de wet slechts een deel van het recht bevat. Een leemte in de wet is er dan, als eenige gebeurtenis door het buiten de wet liggend recht wordt aangemerkt als een rechtsfeitsverwerkelijking, terwijl de wet daaraan geen rechtsgevolg verbindt. De voorstelling van de wet, als slechts een stuk, een zeer klein deel, van het recht be- of omvattend, is ons zeer „geläufig." Het gaat bij de wet niet om woorden, maar om in woorden uitgedrukte of uit te drukken gedachten. Deze wet is „gegeven". Hoe zou nu, zoo vraagt men ons, zulk een wetgever alles hebben kunnen overzien? Is hij dan volmaakt ? Alle menschenwerk is gebrekkig, d. i. incompleet, ook de wetgever kan niet alle verschijnselen van het verkeer overzien, sommige heeft hij wellicht vergeten, andere waren hem misschien nooit bekend geweest. Daarbij komt, dat iedere wet voor de toekomst berekend i s ; de regeling moet dus uitgaan van een standvastigen wederkeer van soortgelijke dingen. Maar daarmee

is gezegd, dat

de toekomstige verschijnselen in zoover

onder des rechters blikveld vallen, als, abstract genomen, dezelfde staat van zaken wederkeert. Het verkeer wijst echter telkens op nieuwe verschijnselen, op nieuwe gebeurtenissen of sociale doelverwerkelijkingen, die een richtsnoer in de wet zoeken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 1920

Inaugurele redes | 31 Pagina's

Leemten in de wet - pagina 12

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 1920

Inaugurele redes | 31 Pagina's