Derde Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 13

tig jaren zijn wij bereid om den strijd nóg veertig jaren voort te zetten, zeker, zoo al niet van een overwinning, gelijk wij die zouden wenschen, dan toch van de waarheid dat het Woord des Heeren niet onvruchtbaar zal zijn, maar altoos en zoo ook hier voorspoedig zal blijken in hetgeen waartoe Hij het zendt. Onze vaderen streden tachtig jaren, en wij hebben denzelfden strijd tegen bijgeloof en ongeloof, al is het onder andere vormen en tegen andere dragers van de verkeerde beginselen. Zelfs te midden van den strijd met kanon en zwaard, begrepen onze vaderen echter dat de beslissende slagen altoos op geestelijk gebied vallen, en vonden, in dien bangen tachtig-jarigen oorlog, tgd en middelen voor de oprichting van meerdere gereformeerde Universiteiten als die van Leiden, Utrecht, Groningen, Harderwijk en Franeker. Welnu door denzelfden geest des Heeren gedreven, meenen ook wij dat de beslissende slag in den strijd onzer dagen moet worden gestreden op het gebied van Hooger Onderwijs en hebben ook wij 'daarom een gereformeerde Universiteit gesticht. Ten allen tijde is in de geschiedenis der volken gebleken, dat niet hetgeen op de lagere school geleerd kon worden, maar dat de hoogere scholen voor wijsgeeren en denkers, den meest vormenden invloed op het volkslichaam uitgeoefend hebben. In Britsch Indië blijkt reeds nu dat eerst de hoogere school van Dr. Doft en de inrichtingen, die er op gevolgd zijn, het heidendom der Hindoes op zijne grondvesten doen wankelen. Langzaam zal dan ook bij ons volk het besef weder komen, dat van het Hooger Onderwijs zelfs veel meer nog afhangt, dan van de lagere en middelbare scholen. Dit is het eeuwige leven, zegt de Heiland, „dat zij U kennen, den eenigen waarachtigen God en Jezus Christus, dien Gij gezonden hebt." Deze bede van onzen gezegenden Hoogepriester zal eerst volkomen vervuld worden, wanneer wij den Heere onzen God zullen zien van aangezicht tot aangezicht en Hem kennen, gelijk wij gekend zijn. In zijne belofte hebben wij de zekerheid, dat dit gewis eenmaal ons zalig lot zal zijn, en dan voor eeuwig, maar die belofte wordt hier reeds ten deele niet alleen in ons verwezenlijkt door den Geest, maar ook aan ons verwezenlijkt langs den redelijken weg, van opvoeding en onderwijs. En nu naar mate wij den Heere, reeds hier langs redelijken weg meer leeren kennen, wordt het verlangen om Hem eens volkomen te kennen. Hem te zien van aangezicht tot aangezicht, én grooter én inniger. Zoo voert de wetenschap tot God op. Daartoe nu moet ook onze Vrije Universiteit als God wil, een hulpmiddel in zijn hand zijn. Uit God, door God, tot God zijn alle dingen, ook de wetenschappen!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen