GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Vierde Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 13

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

XI

eere der Zijnen is geweest, Hem nederig te volgen, ook wanneer het Hem mocht behagen, hen door lijden en sterven heen te leiden tot het einddoel, dat Hij met en door hen wenschte te bereiken. Bovendien is de weg des lijdens niet vreemd in de geschiedenis der Universiteiten. Wanneer wij nalezen „Siegenbeek's Geschiedenis der Leydsche HoogeschooV^ en Dr. Gr. D. J. Schotel's werk „De Akademie te Leiden in de 16, 17 en iSde eeuw^\ dan is daar veel in, dat ons doet erkennen: ook deze voedster der wetenschappen (alma mater, noemde men haar) heeft in haar hooger onderwijs, lijden en als 't ware sterven, maar ook opstaan tot een vernieuwd leven gekend. Geboren in een benauwden tijd, in het tijdvak van den strijd op leven en dood met het stoffelijk zoo krachtige Spanje, in 't leven geroepen in naam van den destijds machtigsten monarch der aarde, Pilips H, door een der voortreffelijkste vorsten, die ooit geleefd hebben, onzen Prins Willem I, en de Hoogmogende Staten van Holland en Zeeland; ingewijd den 6den van Sprokkelmaand in 1575, op schier vorstelijke wijze, alles onder inroeping van 's Heeren onmisbaren zegen, scheen aan deze academie eene buitengewoon voorspoedige ontwikkeling beschoren. Tegenstand was er niet, daarentegen bescherming en hulpe van al wat hoog en invloedrijk was in den lande; zoodat der academie vele voorrechten werden geschonken, b. v. een eigen vierschaar, vrijdom van tollen en accijnsen, van schutterlijke diensten, inkwartiering, dag- en nachtwachten, contributie, enz. Dat was alles veel belovend! En toch waren er bij de inwijding noch eigenlijke hoogleeraren, noch studenten. Eenige kundige mannen in en buiten Leiden hadden zich wel aangeboden, om tijdelijk lessen te geven, totdat er Hoogleeraren zouden gevonden zijn en namen alzoo aan de inwijding deel; maar slechts twee van die mannen werden later tot Hoogleeraren benoemd. Men vond niet gemakkelijk geleerden, tot dit ambt genegen, vooral niet voor de godgeleerdheid. Voor die voornaamste der wetenschappen werd een Franschman benoemd, en noch deze noch die in de Rechten, de Geneeskunde en de Grieksche en Latijnsche talen, waren naar het schijnt van veel beteekenis, althans Siegenbeek zegt, dat eerst in 1577 eenige mannen van naam en verdienste tot het getal der Hoogleeraren werden toegevoegd. De hoogleeraar in de Hebreeuwsche taal was der sprake onkundig en noemden de curatoren ,eene oneer der academie". Van zijn opvolger getuigden zijne collegen „dat hij zelf de rudimenta van het Hebreeuwsch niet verstond en dat van hem weinig te verwachten was." Alleen door den invloed van den Prins kreeg men uit Frank-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884

Jaarboeken | 89 Pagina's

Vierde Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 13

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884

Jaarboeken | 89 Pagina's