GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Zevende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 46

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

XLIV

Universiteit, die den professor in de philologie had uitgenoodigd om eene academische redevoering te houden, dat hij aan dat verzoek bezwaarlijk kon voldoen, ten eerste uit gebrek aan tijd, want behalve het Grieksch eii de Algemeene geschiedenis, Oude, Middel, en Nieuwe, had hij ook nog Cicero, Horatius en de Romeinsche antiquiteiten te behandelen op zijne colleges en de dictaten daarvoor te schrijven, zooals hij er uitdrukkelijk aan toevoegt; maar ten tweede ook kon hij het houden der gevraagde oratie niet op zich nemen, omdat hij misschien wel eenig talent had om te schrijven, maar eene oratie moeilijk kon van buiten leeren, en „ad ediscendum plane sum hebes ac tardus." Hij had er dan ook weinige oraties in zijn leven gehouden, zegt hij, en niet eene enkele, die hij niet drie maanden lang, dag voor dag had ingestudeerd en van buiten geleerd.'' Voorlezen kon hij niet wegens de zwakheid zijner oogen. Ik acht mij gelukkig, M. H. dat mijne oogen zóó zwak nog niet zijn, nu ik krachtens besluit van den senaat in eene maand tijds tweemaal te spreken heb en daartoe even weinig tijd en minder bekwaamheid dan een Wyttenbach. Ik zal mij dan ook veroorloven „de scripto dicere", liever dan den kostbaren tijd aan het „memoriter recitare" te besteden. Het is echter niet om deze opmerking te maken bij wijze van eene captatio benevolentiae, dat ik U wees op den brief van Wyttenbach, maar om in herinnering te brengen, hoe het nog in 't begin van deze eeuw met het onderwys in de litterarische vakken aan de eerste Universiteit van ons land geschapen stond. Mag ik er aan toevoegen het oordeel door Wijttenbach over de studenten uitgesproken in een anderen vertrouwenlijken brief aan denzelfden curator ? Hij spreekt over de oorzaken, die professoren, naar Leiden beroepen, weerhouden om dat beroep aan te nemen, en verdeelt deze oorzaken in nieuwe en oude. De oude zijn dan: de geringheid eu schrielheid van het minerval, het collegegeld, door de studenten te betalen, terwijl velen onvermogen om te betalen naar waarheid opgeven, anderen slechts voorwenden en nog weer anderen dikwijls in 't geheim weggaan en zoo de professoren benadeelen; deels botheid en traagheid der studenten, die aan zich zelven zijn overgelaten, verwijderd van hunne ouders leven, de colleges verzuimen eu meenen, dat zij goed studeeren, wanneer zij de dictaten van anderen overschrijven; deels hunne brooddronkenheid en tuchteloosheid, die, ofschoon ze in 't openbaar en in 't verborgen voortwoekert, toch lijdelijk geduld, althans al te meegaande behandeld wordt, deels ook hunne onwetendheid, voor zooverre zij uit de lagere scholen zonder voldoende kennis van het Latijn en het Grieksch en geheel onbekend met Geschiedenis en Aardrijkskunde naar de Academie gezonden worden,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Jaarboeken | 147 Pagina's

Zevende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 46

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Jaarboeken | 147 Pagina's