Achtste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 49

XLVII

FINANTIËEL OVERZICHT OYBE HET JAAE

18

8 7.

We staan met ons verslag aan het einde van een hoogst belangrijk jaar. Een jaar, rijk aan allerlei ontknooping. De strijd in de kerk, een strijd, welke met zijne gevolgen bijna in eiken kring en op elk gebied doordrong, werd tot eene, zij het dan ook voorloopige oplossing, gevoerd. We behoeven het den broederen niet meer te zeggen : de scheur, ten vorigen jare ontstaan, ging, in stede van geheeld te worden, al verder en dieper en werd tot volkomen scheiding. Ze ging evenzeer door op het terrein onzer Vereeniging en deed zich inzonderheid ook op hare finantiën gevoelen. Het zal TJ niet bevreemden, ook al mag het ons niet ontmoedigen. Immers het opkomen voor de souvereiniteit aan den Koning der Kerk verdeelde ook — helaas, dat we het schrijven moeten — de broederen, die de belangen onzer Yereeniging op 't harte droegen. Maar als 't dan ook daarom ging, ontzinke aan niemand de moed ! Even zeker toch als strijd en teleurstelling het deel zijn van hen die, naar niemand vragende, slechts beluisteren, wat hun Heer van hen vraagt, even zeker staat voor hen de eindelijke zegepraal van hun Koning. De naast toekomst moge dreigen^, de laatste toekomst zal hsn in Hs kronen met onbetwistbare overwinning. Cijfers kunnen welsprekend zijn: de cijfers van onze jaarrekening spreken althans. Onze schenkingen, die ten vorigen jare / 5469.62^ bedroegen^ wijzen thans slechts op een bedrag van / 4 3 4 4 . 0 2 ^ Doch neen^ laat ons liever zeggen, ze wijzen, Gode zij dank, zelfs nu nog op een bedrag van zooveel. Immers wie daar 't zondige en gebrekkige van 't menschelijke pogen en streven gevoelt, rekent zich niet onvoldaan bij 't geen hij minder ontving dan weleer^ doch erkent het dankbaar, dat hij nog zooveel mocht erlangen van de genade des Heeren. En, wanneer we nu dit bedrag vergelijken met dat van onze rekening in 1883, toen er nog geen wolkje aan den kerkdijken hemel was, toen nog zooveel broeders met ons gingen, die thans tegenover ons staan en gaan, toen toch het cijfer onzer schenkingen slechts

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen