GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Tiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 46

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

XLIV

Voor colleges van minder dan drie uren 's weeks is deze som slechts /'15.— Voor halïjarige colleges is dit bedrag ƒ15 en ƒ10.— Over aanvragen tot vrijstelling van collegegelden beslissen directeuren, na ingewonnen advies van de faculteit. Over de college-, examen- en legesgelden wordt door directeuren ten bate der School beschikt. ART.

18.

Het toezicht en de tucht over de studenten is opgedragen aan den Senaat, volgens door hem vast te stellen bepalingen. ART.

19.

Onder toestemming van directeuren kan door de faculteiten, op last van den Senaat, een wetenschappelijke wedstrijd geopend worden. ART.

20.

Met de zorg voor de stoffelijke belangen van studenten, die te dien aanzien ondersteuning of voorlichting noodig hebben, belast, zich een commissie van vijf personen, door directeuren in de plaats, waar de School gevestigd is, te benoemen. ART.

21.

Van het openen der School wordt kennis gegeven aan den Minister van Binnenlandsche Zaken en aan den Burgemeester der plaats van vestiging. ART.

22.

Telken jare wordt door directeuren voldaan aan de bepalingen van art 101 der Wet van 28 April 1876 {Staatsblad No. 102). ART.

23.

Met andere binnen- en buitenlandsche Scholen voor Hooger Onderwijs tracht de Senaat in nadere betrekking te treden. ART.

24.

In diepe afhankelijkheid van de mogendheid, des Heeren optredende, zal deze School, op den grondslag der Gereformeerde beginselen, draagster trachten te zijn van het dubbele beginsel, dat ,de vreeze des Heeren het beginsel der wijsheid is", en dat vrijmaking van uitwendige banden, om eeniglijk te steunen op de genade Gods, het meest bevorderlijk is ook aan den bloei der wetenschappen. Het „nil contra Deum aut'bonos mores" indachtig, zullen directeuren curatoren, hoogleeraren en studenten dienovereenkomstig steeds, binnen de perken door deze beide beginselen aangegeven, de School hebben dienstbaar te maken aan de bevordering van Gods eer en van godzaligheid in den lande. Aldus vastgesteld in de vergadering van directeuren, curatoren gehoord, den 6 Fehruaril880. W. HOVY, Voorsitter. S. J. SEEFAT, Secretaris.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890

Jaarboeken | 137 Pagina's

Tiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 46

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890

Jaarboeken | 137 Pagina's