Zestiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 23

XXI

Allen, die tot bestuursleden of tot plaatsvervangers benoemd zijn, treden als zoodanig op, zoodra zij de in art. 8 van de Statuten der Vereeniging geëischte verklaring onderteekend hebben. Tot zoolang blijven de aftredenden, ook na de vergadering, waarin de benoemingen geschied zijn, nog in functie. ART.

13.

De instructie voor het bestuur der Vereeniging wordt door de vergadering gemaakt, en desgevorderd gewijzigd. Zulke wijziging kan in elke gewone en buitengewone vergadering, door de meerderheid der uitgebrachte stemmen, geschieden; mits het daartoe strekkend voorstel zóó tijdig bij het bestuur der Vereeniging ingediend zij, dat het bij de oproeping ter vergadering nog kan vermeld worden. Voorstellen van dien aard, die na het gereedmaken van de oproepingsbrieven of ter vergadering zelve worden ingediend, worden eerst in de volgende gewone of buitengewone vergadering afgedaan. Over alle voorstellen of wijziging kan het bestuur zelf, desverkiezende, een gemotiveerd prae-advies geven. ART.

14.

De jaarlijksche rekening en verantwoording van het bestuur loopt over het laatstverloopen burgerlijk jaar. Vóór elke jaarvergadering wordt zij door eene commissie van onderzoek nagezien; en door deze commissie wordt in de vergadering zelve van hare bevinding verslag gedaan. Zij bestaat uit drie leden, met twee plaatsvervangers, die desgevorderd als commissie-leden optreden naar de bij hunne benoeming bepaalde volgorde; allen gekozen op de voorafgaande jaarvergadering uit de leden der Vereeniging. Bij die benoeming heeft ieder lid der vergadering het recht, één of meer namen op te geven van personen, op welke hij de aandacht wenscht te vestigen. ART.

15.

Alle benoemingen geschieden bij geheime stemming. Bij de keuze van bestuursleden en van hunne plaatsvervangers wordt voor elke vacature afzonderlijk gestemd. Andere benoemingen geschieden, voor zooveel het dezelfde betrekking geldt en dezelfde personen herkiesbaar zijn, tegelijkertijd, zoodat door lederen stemgerechtigde op één stembriefje zooveel namen worden aangewezen, als er personen te benoemen zijn. Bij iedere stemming zijn stembriefjes, die te veel namen aanwijzen, ook geldig; maar, van boven af gerekend, komen er dan slechts zooveel namen in aanmerking, als er personen te benoemen zijn. Namen, door welke de bedoelde persoon niet duidelijk genoeg is aangewezen, worden als niet geschreven beschouwd. ' Bij iedere stemming beshst de volstrekte meerderheid der uitgebrachte

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen