Twintigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 23

XXI

ART.

15.

Alle benoemingen geschieden bij geheime stemming. Bij de keuze van bestuursleden en van hunne plaatsvervangers vordt voor elke vacature afzonderlijk gestemd. Andere benoemingen .:geschieden, voor zooveel het dezelfde betrekking geldt en dezelfde personen herkiesbaar zijn, tegelijkertijd, zoodat door iederen stemgerechtigde op één stembriefje zooveel namen vforden aangewezen, als er personen te benoemen zijn. Bij iedere stemming zijn stembriefjes, die te veel namen aanwijzen, ook geldig; maar, van boven afgerekend, komen er dan slechts zooveel namen in aanmerking, als er personen te benoemen zijn. Namen, •door welke de bedoelde persoon niet duidelijk genoeg is aangewezen, ' worden als niet geschreven beschouwd. Bij iedere stemming beslist de volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen. Wanneer deze bij de eerste stemming niet verkregen wordt, volgt een tweede vrije stemming; en wanneer zij ook dan nog ontbreekt, wordt herstemd tusschen hen, die de meeste stemmen op zich vereenigden, waarbij telkens tweemaal zooveel namen in aanmerking komen, als er personen te benoemen zijn. Tusschenstemmingen worden niet gehouden. In de plaats daarvan wordt, ten aanzien van personen, die een gelijk aantal stemmen verkregen, door het lot aangewezen, wie bij de vereisohte herstemming in aanmerking komen. Alle stemmingen voor benoemingen worden door het bestuur der Vereeniging en door den voorzitter der vergadering zóó voorbereid en geregeld, dat de andere werkzaamheden daardoor zoo min mogelijk worden afgebroken en opgehouden. De commissiën van stemopneming worden telkens door den voorzitter der vergadering benoemd. AKT.

16.

Bij de behandeling der zaken, die aan de orde gesteld worden, mag geen lid der vergadering over hetzelfde onderwerp meer dan tweemaal het woord voeren, en geen spreker mag dit langer dan 10 minuten achtereen doen, tenzij er naar het oordeel van den voorzitter der vergadering bijzondere redenen zijn om op deze bepaling eene uitzondering te maken. AET.

17.

Bij voorstellen tot ontbinding der Vereeniging of tot wijziging liarer Statuten gelden art. 10, art. 11 en art. 12 dier Statuten, waarin te dien aanzien bepaald is: „De Vereeniging kan niet ontbonden worden vóór het tijdstip, waarop hare erkenning een einde neemt (d. i. vóór den 12'^®" Januari

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen