Twee-en-twintigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 56

Bedenkt men echter, dat de uitgaven dit jaar ƒ 2000 minder bedragen dan vorig jaar, en nieuwe benoemingen van hoogleeraren te wachten zijn, din zal dit »batig saldo" wel geen aanleiding geven tot de gedachte, dat onze vereeniging niet financieel moet worden gesterkt. Behalve dat elk jaar door allerlei omstandigheden een aantal. contribuanten moet worden afgeschreven, wordt het gemiddeld bedrag, door nieuwe contribuanten bijgedragen, niet grooter. Dit is wel te verklaren, Öaar de bijdragen voor allerlei doeleinden steeds vermeerderen, kan het geen verwondering baren, dat deze bijdragen kleiner worden. Doch met deze verklaring is onze kas niet gebaat. Daarvoor alleen kan dienen, dat het aantal begunstigers toeneme. De" pogingen, door vele broeders, correspondenten en agenten daartoe beproefd, en soms gelukkig geslaagd, worden daarom met dankbaarheid vermeld. Het is zoo moeilijk, vol te houden. Meermalen wordt aan het Bureel bericht ontvangen, dat herhaalde pogingen zijn beproefd, maar zonder succes, en dat ontmoedigt. Toch leert de ervaring, dat ook hier de aanhouder wint. En ook, dat, al moet eens een enkele maal het bezoek geen gewenschte gevolgen hebben, andere daarentegen verrassende uitkomsten geven. Ook blijkt telkens dat, wanneer ter plaatse een der broederen zich bereid verklaart om onzen amanuensus te vergezellen, de kosten door de commissie tot vermeerdering gemaakt en de arbeid, door den broeder verricht, worden beloond Zijn er broeders, die van oordeel zijn, dat zulk een bezoek door hen kan worden bevorderd, dan wordt hun verzocht, daarvan aan het Bureel kennis te geven. Zooveel mogelijk zal daaraan wórden voldaan. De contributiën zijn dit jaar niet vooruitgegaan, en vooral is het nadeelig, dat met de inning daarvan niet altijd de noodige spoed wordt gemaakt. Het saldo der nog te innen contributiën is dit jaar bijzonder groot. Bij vernieuwing wordt de aandacht gevestigd op het fonds, bedoelende de oprichting eener Medische faculteit. De inkomsten voor dit fonds waren in het afgeloopen jaar zeer weinig, waardoor dit fonds aan schenkingen slechts met ± / 200,— en aan rente met ƒ 260,— vermeerderd werd en voor dit doel nu bestemd is de som van ƒ 7033,67^. Het Studiefonds vroeg ook nu weer een belangrijke bijdrage. Aan het Hospitium-huishouden moest dit jaar worden afgedragen voor pensiongelden en aan eenige studenten buiten het Hospitium de som van . . . . , f 8850,15 terwijl maar werd ontvangen aan giften . f 2288,35 aan interest van eene dotatie, voor dit fonds ontvangen ; - 520,— en van een voor dit doel ontvangen legaat - 2500,— - 5308,35 f 3541,80. Het gebouw der Universiteit blijft helaas nog met een groote schuld bezwaaïd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen