GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1926 - pagina 41

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1926 - pagina 41

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

49 schappelijk onderzoek zal het den geleerde tot «er strekken, indien hij ook een non liquet durft uit te spreken: ik weet het niet. Dat heeft ons volk, dat een Universdteit heeft aangedurfd in de kracht des geloofs, te aanvaarden. Maar het heeft daarbij het onvervreemdbaar recht, te weten, dat altijd duidelijk is, dat de •onderzoeker zich van het begin tot het eind onderworpen heeft aan Gods geopenbaarden wil in de Heilige Schrift. Wanneer ons Gereformeerde volk dat weet, is het ook gerust. ' Ons volk heeft er aoht op te geven, dat het universitaire leven, zooals het zich openbaart naar buiten, een eigenaardig en zelfstandig karakter altijd zal blijven vertoonen. Natuurlijk geldt ook voor dezen kring dezelfde wet, die voor allen geldt. En met name geldt die ook voor de studenten. Maar Spr. wil er op aandringen, niet aanstonds van schrik op te springen als uit dien kring een vreemd gerucht doordringt. Het is nu eenmaal zoo, dat jonge lieden, studenten met name, soms wat stout in hun beweringen zijn en wat meer aandurven dan een ander. De dartelheid zet izich, als het God belieft, straks om in energie en taaie wilskracht. Men vergete ook niet, dat er geen kring is, waar men elkander scherper becritiseert dan in dien der studenten. Een ding ie noodig: dat die studentenwereld ligge onder het beslag van Gods Woord en der Ohristelijke zede. Daarnaast rust een parallel loopende plicht op hen, die als hoogleeraren en studenten aan de Hoogesohool verbonden zijn. Als een Calvinistisch volk een Universitiet sticht en onderhoudt, dan ikan t e t natuurlijk niet anders, of in de harten der mannen van ^retenschap leeft warme genegenheid voor hen, die de Universiteit dragen door^ hun gebed en hun gave. Dat is geen profanum vulgus, waarmede geen rekenniing behoeft te worden gehouden. Dat is het volk des Heeren, dat zich — door Gods genade — ook tegenover de wetenschap zijn roeping bewust is. Schrikt niet, professoren en studenten, als uit dat volk zoo nu en dan eens een woord van critiek wordt vernomen. Dat volk heeft u zoo lief, dat het aan u liefst geen vlek of rimpel ziet. De V. ü. is ook tevens een bolwerk, om de vijanden van God en Zijn dienst te weerstaan. Het Gereformeerde volk kan a l l e s hebben, maar als een granaat in hun gelederen barstte, die uit een kanon van het eigen bolwerk kwam, het ware de zwaarste slag, die het ooit had moeten doorstaan. Daarom zegt Spr., overdenkt een woord van kritiek ernstig en weet, dat het de kritiek der warme genegenheid is. En dit staat vast: steeds zal alle kritiek verstommen, als men haar beantwoordt op grond der Heilige Schrift. Aan de studenten wil Spr. zeggen; als er sprake is van volk en Universiteit, dan is er ook sprake van U. Gij maakt van die Universiteit deel uit. Uw eer is haar eer, Uw schande haar schande.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926

Jaarboeken | 457 Pagina's

Jaarboek 1926 - pagina 41

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926

Jaarboeken | 457 Pagina's