Jaarboek 1928 - pagina 79

86 die afgewezen werden. Het examen volgens Art. 135 H. O. W. werd 5 maal afgelegd, waarvan 4 m,aal met goed succes. 'Cijfers, en nog eens cijfers! Wat voor nut beeft het ze alle op te sommen? Wat weet mten dan nog over den inwendigen toestand van het onderwijis? Men blijft toch immers aan den buitenkant staan! Een dergelijke verzuchting komt bü het hoor en van al die cijfers als van izelve op. Ze werd tijdens het eerste miaisterie-Thorfoecke ook eens in de Kamer geslaakt: het schoolverslag over 1849-50, door de Regeering overgelegd, gaf wel uitgebreide statistische tabellen, maar men werd er over den gang en den inwendigen toestand van het onderwijs niet genoegzaam door ingelicht. Op deze klacht antwoordde Thorbecke als volgt: „Op mijn laatste reis in Friesland te Franeker zijnde, heb ik met bewondering een werktuig beschouwd, da,t ik tot dusverre als een lastpost op de begrooting heb aangemerkt. Het is het planetarium van Eysinga, waar men aan de zoldering van een klein vertrek de loopbanen der planeten beschreven ziet, welke die daar afleggen in denizelfden tijd, dien ziji aan den hemel noodig hebben om hunne kringen te beschrijven. Men ziet echter wel de planeten, maar de beweging ziet men niet. Ja, wanneer men na langen tijd terugkomt, dan :Zal men bemerken, dat b.v. Jupiter van plaats veranderd is, maar een middag, een geheelen dag daar vertoevende, ontwaart men niets van de beweging, ofschoon die inderdaad plaats vindt. M. H., zoo geloof ik, is het ook met den staat van de scholen en het ondervdjis óver een land, wanneer men zich bepaalt binnen den tijdkring van één jaar. Uit den tijd, toen ik een vorige betrekking bekleedde, herinner ik mij, dat de hoogleeraren te Leiden eene aansohrijving kregen, om aan de Curatoren jaarlijks een verslag te zenden omtrent de resultaten van het onderwijs. Wiji 'hebben gelachen; het was een onmogelijkheid." Inderdaad, het is een onmogelijkheid om, wanneer men zich tot één jaar beperkt — en dat behoort ook de Rector in zijn verslag van de fata te doen — over de resultaten van het onderwijs anders dan uitwendige bijzonderheden mede te deelen. Overziet men ©öhter een tijdsverloop van eenige jaren, liever nog van eenige decenniën, dan kan men wel ter dege resultaten onderkennen, ook wel van het onderwijs der Vrijie Universiteit. Dan bebben ook die dorre cijfers wel hun waarde. Men kan er b.v. uit leeren niet slechts, dat het getal onzer discipelen zich gestadig uitbreidt, dooh ook dat het aantal promoties daarmede geen gelijken tred houdt. Reeds meer dan ééns is er biji een gelegenheid als deze op gewezen, dat, sinds voor het verwerven van den titel van Meester in de rechten niet langer het schrij'ven van een proefschrift vereisoht wordt, het aantal promoveerende juristen bedenkelijk gedaald is. Het heilige moeten is voor velen blijkbaar een niet overbodige prikkel geweest. Was er in den vorigen cursus nog één promotie in de rechten, in dezen in het geheel geen. Er heeft slechts één promotie plaats gehad, en wel in de letteren, van den heer W. E. Engelkes. Er

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen