Jaarboek 1934 - pagina 72

70

van dit kind des verbonds, hoe jong ook afgesneden, z'n bestemming, God te loven, niet gemist. Van de overige studenten w^aren enkele door ernstige ziekte verhinderd regelmatig voort te werken; gelukkig zijn echter twee van hen beterend, en konden twee anderen reeds weer, geheel hersteld, hun plaats in de nog steeds groeiende rijen der discipelen onzer Universiteit innemen. „Groeiende rijen". Inderdaad! Want in het afgeloopen jaar werden er niet minder dan 100 dames en heeren voor de eerste maal ingeschreven. Daarmee werden de recordcijfers 93 en 98, de beide vorige jaren bereikt, al weer gebroken en kon de rector zich tevens ten aanzien van de novieten voor 't eerst centurio voelen. De toename, schijnbaar uiterst gering, is inderdaad groot, daar in de beide vorige jaren nog 12 resp. 10 eerstejaars door het achterdeurtje van het admissie-examen de Academie binnenkwamen, en dit thans voor de eerste maal gesloten was. Verdeeld over de faculteiten waren de cijfers voor de Theologie 41 heeren en 1 dame, voor de Rechten 18 en 1, voor de Letteren 15 en 3, voor de Wis- en Natuurkunde 18 en O, en voor de Medicijnen 2 en 1, samen 94 heeren en 6 dames. Vergelijkt men deze gegevens met die van vorige jaren, dan blijven de cijfers voor de Medicijnen ongeveer op hetzelfde niveau, en geven die van Rechten en Letteren met 17, 25 en 19, resp. 16, 9 en 18 bij heftige schommelingen een kleine stijging te zien; duidelijker is het beeld voor de beide overige faculteiten: het aantal theologen daalde het vorig jaar, ondanks den toeloop via het laatste admissie-examen, aanzienlijk, n.l. van 53 op 45 en thans, zij 't ook heel wat minder, opnieuw, n.l. van 45 op 42; daarentegen laat de Wis- en Natuurkunde uiteraard een sterke stijging zien: men klom in twee jaren eerst van 6 op 15, en thans van 15 op 18 eerstejaars. Denzelfden indruk ontvangt men bij raadpleging van het totale aantal der ingeschrevenen, dat dit jaar opnieuw een nog ongekende hoogte bereikte: het cijfer 548 Iaat dat van het vorige jaar, 517, zelfs nog verder achter zich dan het laatstgenoemde dat van den cursus- 1930/31, toen het 493 bedroeg. Van deze 548 waren er 284 theologen (vorig jaar 285), rechten 113 (112), letteren 102 (87), Wis- en Natuurkunde 35 (22), Medicijnen 9 (8), Rechten en Theologie 3 (1). Theologie en Letteren 1 (0), Rechten en Letteren 1 (0). Onder deze aantallen zijn 30 dames (vorig jaar 29), n.l. voor theologie 2 (1), rechten 10 (11), letteren 15 (13), wis- en natuurkunde O (1), medicijnen 3 (3). Al zijn bij ons nog slechts enkele zalen overvol, toch brengt deze voortdurende toename ook aan de V. U. niet geringe bezwaren met zich: steeds grooter wordt het deel van den kostelijken tijd dat de hoogleeraren aan het afnemen van tentamina en examina moeten besteden. Ernstiger nog is, dat, vooral wijl deze cijfers lang niet alle

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen