Jaarboek 1936 - pagina 33

-tt=

il

31 denken als uit ons zelven, maar dat onze bekwaamheid uit God is?" En daarom wat de apostel zegt behoort vast en zeker gehouden te worden: „dat God in ons werkt het willen en het volbrengen, naar Zijn welbehagen". In dien geest willen wij onze roeping volgen, willen wij voortvaren tot de volmaaktheid zoover God ons brengt. In den geest van Paulus U voorgelezen woord: niet dat ik het aireede gekregen heb, of aireede volmaakt ben, maar ik jaag ernaar of ik het ook grijpen mocht, waartoe ik van Jezus Christus ook gegrepen ben.

§ 6.

Rede Ds. W. H. den Houting. „Gewillig en getrouw".

Herinnerend aan Dr. Kuypers woord in 1912 te Haarlem gesproken, n.l. dat de stichting en instandhouding der V.U. „Geen waagstuk maar een geloofsstuk" was, wees spr. erop, dat het begrip geloofsstuk daarbij niet in deii beperkten zin moet worden verstaan. Dat het geen waagstuk, doch een geloofsstuk is, moet gelden niet slechts om te bemoedigen in geloofs-ver^roinve«, maar niet minder om te prikkelen tot gQloois-gehoorzaamheid. Alleen als het zoo wordt gezien, zal het met Gods hulp mogelijk zijn, de financieele moeilijkheden te boven te komen, en volhardend door te zetten in de geheele V.U.-actie. Het gaat er maar niet zonder meer om, om het aantal leden en contribuanten op te voeren, doch noodig is juist, nu meer dan ooit, dat soort contribuanten te vinden, dat weet van hou en trouw, en waarop telkens weer een beroep kan worden gedaan. Telkens blijkt, ook nu weer bij de actie voor het tekort, dat dit soort allerminst is uitgestorven. Maar er moeten er veel meer zijn. En dat kan toch ook, als het Gereformeerd belijdend volksdeel in zijn geheel de instandhouding en de uitbreiding van de V.U. waarlijk ziet als een daad van geloofsgehoorzaamheid. Daarop moet altijd, maar vooral nu, bij de propaganda de actie gericht zijn, en dan komt het ook financieel in orde. Een waarlijk trouw en gewillig volk van God leeft uit Gods roeping! Ook ten aanzien van het voeren van alle actie voor de V.U., geldt het gewillig en getrouw te zijn, in geloofsgehoorzaamheid. In dit verband wees spr. op de taak van organisatie en leden der Vereeniging ten aanzien van de propaganda. Elk lid, elke contribuant, heeft hier een taak, en niet het minst ook de oud-leerlingen der V.U., waaronder er zijn, bij wie die gewilligheid helaas wordt gemist. Spr.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen