GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1937 - pagina 83

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1937 - pagina 83

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

81 strueerbaarheid der wiskundige objecten (intuitionisme); naast deze beide opvattingen, die elli voor variaties vatbaar zijn, staat het logicisme, dat de wiskunde als onderdeel, als toepassing van de logica wil ontwikkelen. Het belang dezer theorieën ligt niet louter op wijsgeerig terrein; door de antinomieën der verzamelingenleer bleek, dat aan het gebouw der klassieke wiskunde ergens iets hapert. Referent gaat hierop in den breede in en zet uiteen hoe elk der drie genoemde stroomingen de wiskunde tracht zeker te stellen. Daarbij blijkt, dat de kernvraag ligt in het oneindigheidsprobleem. Gedreven door zijn geloof in realiteit tracht de mensch steeds weer het oneindige als actueel Zijn te vatten en hij wordt door zijn zin voor exactheid en zijn drang naar het intuïtief heldere teruggeworpen op het eindige (finiete) standpunt. Zoo zien we ook hier, aldus constateert referent, den mensch in zijn gebondenheid aa het aardsch-eindige, maar toch den mensch, in wiens hart God de eeuw gelegd heeft. Aan de bespreking over het referaat werd deelgenomen door Prof. Dr. C. van Gelderen, Prof. Dr. D. H. Th. Volleuhoven, Pof. Dr. J. Waterink, Mr. H. Bijleveld, Prof. Dr. D. Nauta, den heer P. Groen, Ds. H. Steen en Prof. Dr. F. W. Grosheide. Middagvergadering. In de middagvergadering werd van gedachten gewisseld over het referaat van Dr. W. H. G i s p e n, Geref. pred. te Delft, over het onderwerp: „De Ceremonieele Wet". Van dit referaat volgt hier een korte samenvatting: Onder de ceremonieele wet verstaan we — aldus ref. — dat gedeelte van de Mozaïsche wetgeving, dat aan Israels eeredienst is gewijd. Ter bepaling van deze ceremonieele wet brengt de naam in dit geval niet veel verder. Evenmin als dit trouwens geschiedt door het begrip eeredienst. Men zou slechts uit de namen kunnen concludeeren tot een verband met het geheimzinnige eenerzijds en met daarachter liggende overtuiging van den vereerder van de Godheid andererzijds. Wil men tot een zuivere bepaling van de waarde van de ceremonieele wet komen, dan moeten wij tot het beginsel, dat aan die wet ten grondslag ligt, zien door te dringen. Allesbeslissend is hier het standpunt, dat wordt ingenomen tegenover de Schrift en in de eerste instantie, of wij den wetgever, die spreekt, den Heere achten. Onze bedoeling is niet een volledige behandeling der ceremonieele wet te geven, wat in zoo'n klein bestek niet mogelijk is, doch, na gewezen te hebben op eenige opvattingen ten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Jaarboeken | 182 Pagina's

Jaarboek 1937 - pagina 83

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Jaarboeken | 182 Pagina's