Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1948 - pagina 97

93

der Leuvense Hogeschool, die zich zo verdienstelijk had gemaakt voor het Nederlandse Hoger Onderwijs. Den zevenden October van dat jaar woonde ik de inaugurele oratie bij van Van der Horst aan die Universiteit; den eersten van dezelfde maand was ik 's middags aanwezig bij de installatie van den nieuwen Burgemeester in een plgchtige zitting van den Gemeenteraad en 's avonds met den Secretaris op de ontvangst ter gelegenheid daarvan in het Stedelijk Museum. Ik nam deel aan de receptie van den President-Directeur Dr Van Dijk op zijn 75sten verjaardag op 30 November en aan den maaltijd die hem ter gelegenheid daarvan door een klein aantal vrienden werd aangeboden. Ik complimenteerde namens den Senaat den Directeur Mr Grosheide op zijn 60sten verjaardag, op 27 Januari 1947. Op den 8sten van die maand hoorde ik de rede aan van den Rector Magnificus der Stedelijke Universiteit op haar Dies Natalis; op den 15den September het Verslag der Fata van dezelfde Universiteit, bij de overdracht van het Rectoraat, dat moest worden gegeven door den plaatsvervangenden Rector, Prof. Clay, daar een oogziekte den Rector (wien bij deze van harte spoedig en algeheel herstel zij toegewenst) verhinderde dit te doen. Ik gaf van de belangstelling der Universiteit blijk op het Indisch Congres en op den PolitiekSocialen Dag. Een grote eer was het mij, als Rector aan te mogen zitten aan den maaltijd, door den Senaat van het Studentencorps N.D.D.D. aangeboden aan Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard der Nederlanden ter gelegenheid van diens installatie als ere-lid. En tenslotte gebiedt reeds mijn eerbied voor den heldhaftigen strijd voor de eenheid van het Rijk, nu reeds zo langen tijd gevoerd door den Directeur, den Heer Schouten, mijn oud-collega Gerbrandy en mijn ambtsvoorganger, Prof. Coops, hier de uitnodiging niet onvermeld te laten van B. en W. van Amsterdam, die ik als Rector Magnificus ontving en aanvaardde, om op 9 September aan te zitten aan een noenmaal, ter gelegenheid van het bezoek van den President van den Staat Oost-Indonesië en van den Sultan van Pontianak, en tegenwoordig te zijn bij de ontvangst van deze autoriteiten ten Stadhuize.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen