Jaarboek 1961-1962 - pagina 113

overdrachtsrede

De Vrije Universiteit houdt niet met gemak de ontwikkeling bij. Wij hebben minder dringend dan andere universiteiten een studium generale nodig, maar de in verband daarmede door senaatscommissies vervaardigde rapporten leerden, dat algemene vorming niet ons sterkste punt is. Wij menen als calvinistische instelling van wetenschappelijk onderwijs wat aan de wereld te bieden hebben; echter een secretariaat voor de buitenlandse betrekkingen — deze dan alzijdig uitgebouwd, dus ook naar de kant van de minder ontwikkelde gebieden — ontbreekt. Gelukkig is onze aanraking met de niet wetenschappelijke wereld vrij nauw, omdat de Vereniging voor Hoger Onderwijs op gereformeerde Grondslag een menigte van leden en begunstigers telt. Jammer genoeg geschiedt het leggen van de in deze tijd onmisbare publieke relaties onvoldoende of in het geheel niet. Zelfs wanneer wij niet naar de verhoudingen op dat punt in Amerika aangetroffen verlangen, waar men bijzondere werfkracht toekent aan universitaire sport, universitaire muzikale verrichtingen, universitaire parades, universitaire fora en wat dies meer zij, de contacten in deze tijd behoren goed verzorgd te wezen.i) Ook al maakt men van de middelbare school geen plaats waar de jongelui kunnen vaststellen of zij goed genoeg ,,football" spelen om naar de universiteit te gaan 2) en al vervormt men deze niet tot sportvereniging — weten wij overigens dat in 1815 te Groningen de academische schermmeester, die ook frans gaf en engels, de academische dansmeester en de academische pikeur terugkeerden —3) en al treffen wij in Nederland geen regels om het wegkopen van athleten die zich door buitengewone lichamelijke vaardigheid

I

^) Over Amerika is verhelderend wat Irwin T. Sanders meedeelt in: Issues in University Education 110, met betrekking tot het academisch „Department of University Extension", dat de Amerikaanse universiteiten bezitten. ^) Zie voor Amerikaanse toestanden ook Gerhard Neuman und Gerhard Schellenberg: Begegenung mit dem Erziehungswezen der U.S.A. München 1961, l6l e.v., waar men ook aangehaald vindt de wat spottende opmerkingen uit de hoofdtekst. ^) Evenals de academische muziek- en de tekenmeester naar J. Huizinga vermeldt: Academia Groningiana MDCXIV-MCMXIV, Groningen 1914, 19-20.

| | | |

^Qj

| i | f \-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen