Jaarboek 1963-1964 - pagina 85

ove rd rachts rede

onderwijs, betreffende subsidiëring van de faculteiten der godgeleerdheid aan de bijzondere universiteiten, is de mogelijkheid van subsidiëring ook van de theologische faculteit geschapen. Door Curatoren geraadpleegd heeft de Senaat met de grootst mogeUjke meerderheid uitgesproken, dat zijn inziens van deze mogelijkheid moet worden gebruik gemaakt. De Senaat overwoog daarbij, dat het aanvaarden, van subsidie voor de theologische faculteit gezien kan worden als een sequeel van het aanvaarden van subsidie voor de overige faculteiten. Belangrijk achtte de Senaat het, dat door de wetswijziging in quaestie de theologische faculteit ook wettelijk als volwaardige wetenschappelijke faculteit wordt erkend. Zij ontvangt daardoor voor wat haar aanzien naar buiten betreft de haar toekomende plaats. De getroffen regeling laat de kerkelijke en universitaire vrijheid onverlet en schept toch zekere waarborgen voor de deugdelijkheid van het theologisch onderwijs aan de bijzondere universiteiten. Een belangrijke uitbreiding wacht de faculteit der wiskunde en natuurwetenschappen door de instelling van een biochemische afdeling. Het is zonder meer duidelijk, dat de beoefening van de wetenschappen, die zich bezig houden met de oorsprong en de ontwikkeling van het leven, voor onze universiteit van ongemeen belang is. Het stemt ons tot dankbaarheid, dat door de besluitvaardigheid van alle daarbij betrokken instanties de instelling der biochemische afdeling in korte tijd haar beslag kon krijgen en dat het mogelijk was door een drietal benoemingen een sterke personele bezetting van deze afdehng te verzekeren. Met erkenteUjkheid maak ik voorts gewag van de medewerking , die de rijksuniversiteiten te Leiden en Utrecht ons te dezer zake toezegden. De door de Wet op het Wetenschappelijk Onderwijs voorgeschreven ontwikkeHngsplannen der verschillende faculteiten ontvingen hun definitieve vorm. Zij bevatten de door deze faculteiten meest wensehjk geachte ontwikkeling voor de komende vijf jaar. De faculteiten zijn daardoor gedwongen geweest zich te bezinnen op de naaste toekomst van onderwijs en onderzoek. Het hjkt mij onbetwistbaar, dat dit nuttig is. De vraag, of in alle opzichten de deugden van zelfcritiek en zelfbeperldng bij de opstelling der ontwikkelingsplannen in acht zijn genomen, zou ik niet onmiddellijk bevestigend willen beantwoorden. Bij de lezing der plannen heb ik mij niet aan

75

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen