GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1966 - pagina 23

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1966 - pagina 23

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

vordering aan Mr. J. F. Hartsuiker, officier van Justitie te Amsterdam. Zij bewijzen ons de niet geringe dienst de leemte, ontstaan door het vertrek van Diepenhorst, te vullen. In de vacature-Janse de Jonge werd voorzien door uitbreiding van de leeropdracht van Stam. Ter typering van wat daaraan voorafging verwijs ik naar mijn rede op i8 september 1963, toen ik voor de eerste maal het rectoraat overdroeg.^) Hiermede ben ik gekomen aan hen, die vertrokken. Diepenhorst werd 14 april 1965 beëdigd als minister van Onderwijs en Wetenschappen. Dat viel dus voor mijn ambtsperiode, maar thans vermeldenswaard is, dat Directeuren hem nonactiviteit verleenden. Verdam werd met ingang van 5 september 1966 minister van Binnenlandse Zaken. Ook hem verleenden Directeuren non-activiteit. Na 21 volle dienstjaren gunnen wij Verdam zijn sabbathsjaar. In de gegeven omstandigheden achten wij zijn beslissing juist. De ontwikkeling der maatschappij heeft mede als gevolg, dat men voor regering en bestuur meer en meer een beroep gaat doen op mannen van wetenschap; C. P. Snow heeft deze ontwikkeling in Corridors of power boeiend getekend. Bij ons begint het echter te lijken op het verhaal van Job. U kent het: En als deze n o g sprak, kwam een ander en zei: De Sabeeërs zijn gekomen . . . . Zaterdag jl. werd bekend, dat Zijlstra over enkele maanden president van de Nederlandsche Bank wordt. Het is in dit verband duidelijk, dat wij Drogendijk dankbaar zijn, dat hij bereid was slechts voorzitter van de Centrale Raad voor de Volksgezondheid te worden, een benoeming, die evenzeer eervol is voor de universiteit en in het verlengde ligt van Drogendijks vak, de sociale geneeskunde. Eveneens tussentijds verlieten ons A. H. Weller en P. Penning, onderscheidenlijk hoogleraar en buitengewoon lector in de faculteit der wiskunde en natuurwetenschappen. Weller ontving de eervolle benoeming tot directeur van het Max Planck Instituut te Göttingen. Wij begrijpen, dat hij deze meende te moeten aannemen, maar wij zagen hem node gaan. In de paar jaren, die hij bij ons was, verwierf hij zich een belangrijke en gerespecteerde plaats. Dooyeweerd en Sizoo vroegen en ontvingen emeritaat. Hun ^) Jaarboek Vrije Universiteit 1963, blz. 77 eerste alinea. 21

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1966

Jaarboeken | 168 Pagina's

Jaarboek 1966 - pagina 23

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1966

Jaarboeken | 168 Pagina's