Jaarboek 1966 - pagina 34

daardoor meer dan andere vormen van onderwijs een gemakkelijk aangrijpingspunt voor bezuinigingen, niet onbevredigend. Dat geldt evenwel slechts voor dit jaar, waarin ieder zich beperkingen zal moeten opleggen. Op lange termijn zullen in 's lands belang - ik wees er reeds op bij de bespreking van het beleid inzake de rijksstudietoelagen - zeer grote bedragen nodig zijn. Het regeringsbeleid voor de wetenschap zal voor een reeks van jaren ook financieel moeten worden vastgelegd. Met spanning zien wij daarom het optreden van de Raad van advies voor het wetenschapsbeleid - ingesteld bij de wet van 20 mei 1966, Staatsblad 227 - tegemoet. Schaarse middelen, stijgende en dringende behoeften. Wij zijn een klein land en onze mogeUjkheden, zowel ten aanzien van het economische als ten aanzien van het menselijke zijn beperkt. Samenwerking tussen de verschillende instellingen van wetenschappelijk onderwijs is geboden, niet alleen omdat zij tot besparing van kosten kan leiden, maar ook, omdat wij een zo nuttig en verantwoord mogeüjk gebruik moeten maken van de mensen, die wij hebben; ook ons mensenreservoir is door de kleinheid van ons land beperkt. Ik acht het een vanzelfsprekende zaak, dat de bijzondere instellingen aan overleg over samenwerking moeten meedoen. Ik voeg hieraan toe, dat zij naar mijn mening daaraan ook zouden moeten meedoen, wanneer zij geen subsidie zouden ontvangen. Immers, wij willen een nationale instelling voor wetenschappelijk onderwijs zijn en het gaat er om de beschikbare krachten en de beschikbare economische mogeUjkheden zo doelmatig mogelijk aan te wenden. Even vanzelfsprekend is evenwel, dat voor de bijzondere instellingen onverlet moet blijven haar recht om die studierichtingen in te stellen, die voor haar uit hoofde van haar doelstelling als bijzonder belangrijk moeten worden aangemerkt. Daarbij moet men dan wel bedenken, dat aan het eigen karakter der bijzondere instellingen niet voldoende recht wordt gedaan, als men haar een theologische faculteit en een of meer leerstoelen voor de wijsbegeerte gunt. In iedere sector van de wetenschap liggen de vragen naar zin en oorsprong van de mens en van het zijnde verscholen en het eigen karakter der bijzondere instellingen kunnen zij eerst dan aan het licht brengen, als zij met de kernvragen van iedere wetenschap worden geconfronteerd. Aanvaardt men het vorenstaande als uitgangspunt voor het 32

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen