Jaarboek 1968 - pagina 43
bekleed. Ook de zaak van het christelijk onderwijs - in zijn brede schakering: van het lager onderwijs af tot het hoger onderwijs toe - had zijn warme liefde. In dit kader kreeg het werk voor onze universiteit een eigen plaats. Hij behoorde tot die generatie, voor wie de liefde tot de Gereformeerde Kerken, de Vrije Universiteit, de christelijke organisaties één ondeelbaar geheel vormde - «n in dit geheel nam de Vrije Universiteit, kruispunt van verschillende wegen, symbool tevens van de emancipatie van het gereformeerde voksdeel, een uiterst belangrijke positie in. Maar slechts aan weinigen was het in die periode gegeven, aan deze liefde op zo intense èn veelzijdige wijze gestalte te geven als bij hem het geval was. In de kwart eeuw, waarin hij aktief predikant is geweest, heeft hij op allerlei terrein, in de kerk en daarbuiten, zeer veel gedaan, onvermoeibaar, met volledige inzet, altijd weer anderen inspirerend tot de taak, die hij zag als een roeping van Godswege. Het behoeft ons dan ook niet te verbazen, dat juist hij in 1937 professor Hoekstra te Kampen opvolgde als hoogleraar in de ambtelijke vakken. Hij was daar in die tijd wel bij uitstek toe gequalificeerd. Ook als hoogleraar heeft hij voor velen veel betekend. Ik kan ten aanzien van deze fase van zijn leven, waarin, dank zij zijn leeropdracht, de ambtelijke en de wetenschappelijke lijn zich geheel met elkander konden verbinden, meer persoonlijk spreken, daar ik zelf mij tot zijn leerlingen rekenen mag. Zijn colleges waren zorgvuldig voorbereid, helder van opbouw, steeds er op gericht, ons iets mee te geven waar we in de praktijk mee zouden kunnen werken. Ik denk hier aan zijn colleges in de ambtelijke vakken, maar ook aan de gedurende een vacature-periode gegeven colleges in de dogmatiek, waarvan zijn op zijn tachtigste verjaardag verschenen ,,Korte Dogmatiek" de neerslag vormt. De dogmaticus verloochende zich bij hem nooit - en evenmin in de dogmaticus de leerling van Bavinck, die zijn dogmatiek opbouwde in een voortdurende confrontatie met de Heilige Schrift. Maar behalve aan zijn onderwijs, dat zo goede herinneringen nalaat, denk ik ook terug aan de persoonlijke omgang met zijn leerlingen - een omgang, die gekenmerkt werd door een intensieve belangstelling voor hun wel en wee. Die belangstelling bleef, tot het laatste toe - attent, vol aandacht niet slechts voor de studiegang, maar ook voor de gewone dingen van het leven. Hij tóónde niet alleen belangstelling, hij had ze ook, wezenhjk. En wanneer iemand uit de kring van zijn leerlingen en zijn collega's hem een nieuwe publikatie toezond, dan was hij bijna steeds de eerste die reageerde, en die er dan ook echt op inging, mild, waarderend, datgene wat hem aansprak naar voren halend. Hij was een zeer markant vertegenwoordiger - één van de laatste - van een markante generatie in het Gefreormeerde 41
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968
Jaarboeken | 136 Pagina's