GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1970 Vrije Universiteit Amsterdam - pagina 46

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1970 Vrije Universiteit Amsterdam - pagina 46

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat dóen we hier? Toespraak van mr. A. H. van Namen Eigenlijk moest nu, na het lezen van de namen, alleen de dichter spreken, want wie beter dan de begenadigde is in staat onder woorden te brengen, wat wij met de nagedachtenis van onze doden doen! Zijn inspiratie moge dan ook hier leiddraad zijn. De vraag: „Wat doen we hier?" komt direct en persoonlijk op ons af. Zij dreigt ons in verwarring te brengen als we bedenken dat inmiddels 25 of meer jaar zijn voorbijgegaan en de gedachten van jong en oud uiteenlopen. De ouderen zullen het Schulte Nordholt in zijn vers over de vierde mei willen nazeggen: „wij kunnen de geliefden niet vergeten, statig en droevig staan wij in een kring van stilte rondom de herinnering en bidden woorden die wij zelf niet weten." En de jongeren zullen wellicht tesamen met de ouderen het volgende vers willen nazeggen: „wat dóen wij hier? van dag tot dag beklemmen ons tijd en werkelijkheid, wij zijn te klein; de toekomst waarvoor zij gestorven zijn, zweeft als een adem boven onze stemmen." Het was de nacht van 4 op 5 mei 1945. Een stille nacht. Het geluid van bommenwerpers, kanonnen en executiepelotons was verstomd. Gevoelens van onuitsprekelijke dankbaarheid en onuitsprekelijk verdriet streden om de voorrang. Dankbaarheid voor de naderende bevrijding. Verdriet om het gemis van de geliefde, de vriend, de kameraad op leven en dood. Onuitsprekelijk verdriet. Daarom zwijgen wij op de 4e mei, staande bij hun graf, hun ereteken, op een stille plek aan een dijk of in een duinpan, waar ze werden gefusilleerd, of zomaar midden op straat. We zwijgen omdat we niet spreken kunnen. Maar in dat zwijgen hervinden we onze opdracht: actief bezig zijn, rekenschap geven van hun leven en dood, zoeken naar de relatie met heden en toekomst. Ik denk aan 9 mei 1945. Op 7 mei had de vijand de laatste gevangenen in bezet gebied aan de vrijheid moeten prijsgeven en op de Dam in deze goede stad voor het laatst gedood. Onder de doden was een vriend van Van Randwijk, die Van Randwijk in de laatste maanden van de oorlog, het uur van het grootste gevaar, onderdak had verschaft. 44

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

Jaarboeken | 180 Pagina's

Jaarboek 1970 Vrije Universiteit Amsterdam - pagina 46

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

Jaarboeken | 180 Pagina's