Jaarboek 1971 en 1972 - pagina 26
dat de minister op basis van door de instellingen ingezonden financiële schema's voor een bepaalde periode - vier jaar een algemeen financieel schema voor de universiteiten en hogescholen opstelt, opdat deze hun beleid in de betrokken periode daarop kunnen afstellen. Wettelijk bindend is het algemeen financieel schema niet, maar de minister van Financiën, die de Wet mede contrasigneerde - Dr. J. Zijlstra verklaarde destijds, dat de minister van Financiën door de constructie van het algemeen financieel schema de facto gebonden was de daarin opgenomen bedragen te voteren, behoudens in geval van verandering van beleid met betrekking tot onderdelen, ten aanzien waarvan met de betrokken instelling of instellingen overeenstemming bestaat, of in geval van overmacht. Deze visie op de bindende kracht van het algemeen financieel schema lijkt mij juist. Men mag het wijzigen, maar alleen na zorgvuldige afweging van belangen en rekening houdende met het feit, dat de instellingen hun koers mochten uitzetten op de basis van de in het algemeen financieel schema genoemde bedragen. Een en ander klemt te meer, wanneer men let op de wettelijke voorschriften ten aanzien van de toelating tot de universiteit. De wet bepaalt, dat het recht tot het bijwonen van het onderwijs gedurende een studiejaar wordt verkregen door inschrijving door of namens de rector tegen betaling van/lo,—. Eerst wanneer het gaat over het afleggen van examens stelt de wet eisen omtrent het bezitten van bepaalde diploma's, uitgereikt door scholen voor voortgezet onderwijs. Een redelijke wetsinterpretatie brengt mee, dat de rector alleen behoeft in te schrijven lieden, die inderdaad het onderwijs willen bijwonen. Mensen, die via de inschrijving alleen aan huisvesting, voedsel en goedkope schouwburg- en bioscoopkaartjes willen komen, mag hij weigeren en dank zij de mensenkennis van het hoofd van het bureau inschrijving, de heer A. Burggraaf doen wij dat ook. Wie echter het onderwijs wil bijwonen heeft het recht ingeschreven te worden. Dit recht is geaccentueerd, doordat de Tweede Kamer in 1966 een wetsontwerp tot invoering van een numerus fixus voor medische studenten heeft verworpen. Hebben alle ingeschrevenen recht op behandeling? In principe zeker. Weer een uitspraak van de wetgever. Hij heeft in 1970 aan de minister de bevoegdheid gegeven te bepalen, dat voor medische studenten na hun propaedeutisch examen wachtlijsten zullen worden aangelegd. Wij moeten derhalve 24
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971
Jaarboeken | 360 Pagina's