Jaarboek 1971 en 1972 - pagina 328

beoordelen van de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek in Nederland over de hele linie wellicht een periode van een generatie in beslag zal nemen. Als we zien hoeveel moeizaam werk het al kost een redelijke basis te leggen voor een wetenschapsbeleid in Nederland dan is die vrees voor een lange en moeilijke weg m.i. niet overdreven. Het huidige wetenschapsbudget is primair voor politici geschreven. Voor de wetenschappers, die in disciplines denken, mist het wetenschapsbudget bruikbaarheid. Bij de presentatie van zulk een omvangrijk stuk door de overheid betaald onderzoek zijn m.i. ten minste drie ingangen nodig: die voor de politici, om te zien waar de geldbron is; die voor de wetenschappers om de kosten in hun disciplines besteed te kunnen herkennen; en een voor beheersfunctionarissen die zich vooral interesseren voor de beslissingsprocedure gevolgd bij het toekennen van onderzoekgelden. In dit verband zie ik geïnteresseerd uit naar het rapport dat naar verluidt door een gespreksgroep onder leiding van minister De Brauw op 19 juli is klaargekomen en dat dezer dagen als nota naar de Tweede Kamer gaat, met o.a. voorstellen over een nieuwe regehng van de tweede geldstroom. Zoals u zult hebben kunnen constateren staat op deze bijeenkomst het „collectieve" bij de bestuurswisseling op de voorgrond en niet het individuele; daarvoor leent zich meer de kleine kring. Het is mij door de voorzitter toegestaan hierop één uitzondering te maken, en dat betreft het afscheid van de heer Dengerink, die na een bijna 25-jarig dienstverband met de Vrije Universiteit, met ingang van morgen i september ontslag en wachtgeld heeft gekregen. Zijn functie als secretaris van curatoren is tegelijk met het verdwijnen van curatoren opgeheven. Zowel in het reglement als in het functioneren in de praktijk had deze functie een duidelijke plaats en inhoud; een taak gericht op de kernproblematiek van het academische bedrijf. Niet te ontkennen valt dat het secretariaat van het college van bestuur een ander karakter draagt, en die overstap heeft de heer Dengerink niet geambieerd. Daar kwam bij zijn zorg over de ontwikkeling van de Vrije Universiteit. Als ik het goed begrepen heb vreest de heer Dengerink dat het in gang gezette democratiseringsproces niet veel zal bijdragen, die ontwikkeling in postitieve richting om te buigen. Hij vreest dat er een overmaat aan tolerantie 326

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen