GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1971 en 1972 - pagina 69

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1971 en 1972 - pagina 69

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

wordt gevonden, weinig grond vindt in het stuk. ,,On n'aura pas de peine a remarquer tout ce qui sépare Ie cas de notre inquisiteur de celui de Louis de Rochete".^^ Louis de Rochete werd immers in 1536 tot inquisiteur te Toulouse benoemd. Marguerite had haar steun aan deze benoeming gegeven; we kunnen dus zonder meer aannemen dat De Rochete een ander karakter had dan de inquisiteur in het stuk. Een punt van overeenkomst is er echter wel: Louis de Rochete bekeerde zich tot de nieuwe leer. Hij werd op 10 september 1538 levend verbrand. Dat is dus twee jaar na zijn benoeming. Indien Marguerite bij het schrijven van haar stuk aan deze inquisiteur had gedacht, zou zij hem dan hebben laten zeggen: Quatre ans y a que suis Inquisiteur de nostre foy, sans espargner personne.

(19/20)

Indien het resultaat van het paleografisch onderzoek van het manuscript zonder meer aanvaard moet worden, mogen wij niet aan een latere datum dan 1543 denken. Deze datering van het manuscript betreft alleen het eerste gedeelte, waarin ook ÜInquisiteur voorkomt. Het tweede gedeelte van het manuscript is van latere datum. Het bevat o.a. een gedicht dat Marguerite „ung peu avant sa mort" heeft gericht aan Frotté.2 3

Een datering zo laat mogelijk lijkt ons te verkiezen. De lofzang van Simeon die aan het eind van het stuk wordt gezongen is in de compositie van het stuk de tegenhanger van psalm 3. Heel het stuk is als het ware gebouwd om deze twee bijbelse liederen. Dat de Koningin juist dit lied kiest, dat spreekt van de ouderdom, van de dood die zonder angst wordt afgewacht, en over brekende ogen,^* mag ons zeggen, dat dit lied nog meer bedoelt te zijn dan een lofprijzing alleen. Het is niet te veel gezegd, dat zij dit lied koos omdat het haar in haar ouderdom bijzonder lief was. Ouderdom. In de i6e eeuw voelde een vrouw van 50 jaar zich oud. Dat dit ook met Marguerite het geval was, kunnen wij duidelijk lezen in La Coche, dat na 1540 werd geschreven, en waarin zij zegt: Mes cinquante ans, ma vertu affaiblie, Le temps passé, commandent que j'oublie. Pour mieux penset a la prochaine mort, ^ 5 Dit lied past niet bij de Marguerite van zeven jaar tevoren. 67

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Jaarboeken | 360 Pagina's

Jaarboek 1971 en 1972 - pagina 69

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Jaarboeken | 360 Pagina's