Jaarboek 1975-1976 - pagina 43

uitbuiterij eindigende betrekkingen tot deze laatsten bestaan, onbevredigend is. Verscheidenen raken achterop en missen tenslotte geheel de aansluiting. Als de wal het schip niet keert, de bereidheid om een niet universitaire opleiding te kiezen dezelfde blijft of slechts weinig groeit, zij die goede eindexamens vlug deden bij de voortduur speelbal zijn van het geluk — vroeger hadden wij in deze kring moeite met het kwartetspel, nu leggen wij ons bij het vergokken van jonge mensen neer *) — zal men of het propaedeutisch jaar werkelijk tot een „keurings-" niet tot een „slachtingsjaar" moeten maken, of in de meer gezochte richtingen radicaal tot de „tweetraps" studie dienen te besluiten, met alle ook maatschappelijke gevolgen daarvan, het verstolen koesteren van de gedachte om de oude behoorlijke wetenschappelijke toerusting aan de massa te bieden, opgevend. Op het ogenblik is het gros van de nieuwe studenten stellig bereid te werken — er zal niet gauw op de vraag hoeveel er bezig zijn in dit gebouw geantwoord worden: 1 op 10 — echter in te veel gevallen is het leren, inplaats van studeren. Kan bij de aanwezigheid van een zo bonte schare elk wat wils verschaft worden, als degenen die het betreft zelf geneigd zijn de universiteit naar haar onaflegbare hoofdkenmerken te nemen zoals zij is en zich bereid tonen tot aanpassing? Wie aankomt heeft zijn narigheden, zijn verlangens, trouwt met snelheid of gaat samenleven, is onberekenbaar door nu eens afzonderlijk en dan weer op een campus met anderen te willen wonen. Grilliger nog zijn de ouderejaars, die zoals in Amerika beurtelings alles moderniseren en — het gebeurde in 1966 te Harvard — protest aantekenen tegen de vervanging van latijnse door in het engels gestelde bullen. Men wenst als werknemer in het maatschappelijke proces te worden behandeld en maakt ook aanspraken op een gerichte niet maatschappelijke studie. De belangstelling der studenten is generaal bezien niet puur wetenschappelijk gericht: Japanse vazenkunst, Goethe's wereldbeeld, het ontstaan der cybernetica trekken weinig belangstelling, maar ze willen soms geweldig graag leraar in de plantkunde of bibliothecaris worden. Er bevinden zich tussen hen, die voor de derde maal uitlootten die „stop out" niet „drop out" studenten zijn. Hoe met een medicus, die van huis uit geen geestelijke bagage meegekregen hebbend, — sommigen deponeren deze helaas op de stoep der universiteit — plotseling in zijn tweede jaar op een ijzeren tafel een half hoofd tegenover zich ziet, een *) Tot recht verstand merk ik op de besten in de numerus fixus-richtingen steeds te willen toelaten waarbij cijfers moeten worden gewogen; togen een aanvullend loten bestaat minder bezwaar. 41

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen